Publicatie datum: 28-07-2008
Effect van fungiciden op knolphytophthora
Geïnfecteerde knollen zijn één van de belangrijkste ziektebronnen voor het begin van de Phytophthora-epidemie in een groeiseizoen. De basis van geïnfecteerd pootgoed ligt in het vorige groeiseizoen. Aan het einde van het voorgaande groeiseizoen moet knolphytophthora voorkómen worden. Hierbij is de keuze en timing van fungiciden belangrijk. Infectie van de knollen kan nog optreden gedurende het groeiseizoen, tijdens en na loofvernietiging en bij de oogst en het inschuren.
In deze proef is getracht de invloed van het gebruik van fungiciden op de verschillende momenten op de mate van knolaantasting te beoordelen. Het bleek dat het toevoegen van een fungicide bij de oogst of het inschuren duidelijk leidde tot minder knolaantasting.
Onderzoek
Om de invloed van het gebruik van fungiciden op verschillende momenten op de mate van knolaantasting te beoordelen is in 2007 een veldproef in Lelystad aangelegd, waarin (tabel 1):
- tijdens het groeiseizoen 3 verschillende fungiciden zijn gespoten;
- tijdens loofvernietiging wel of geen knolbeschermend fungicide is toegevoegd;
- tijdens het inschuren de knollen zijn behandeld met een fungicide.
De in deze proef gebruikte fungiciden zijn wel toegelaten als gewasbehandeling, maar niet als knolbehandeling. Om deze reden zijn de fungiciden die gebruikt zijn als knolbehandeling onder code genoemd.
Veldobject | Bewaarobject | Bespuiting tijdens groeiseizoen | Loofvernietiging | Na-oogst behandeling |
A | A1 | Shirlan (0,4 l/ha) | Reglone (3 l/ha) | EXP 1 |
A2 | Shirlan (0,4 l/ha) | Reglone (3 l/ha) | geen | |
B | B1 | Dithane (2,25 kg/ha) | Reglone (3 l/ha) | EXP 1 |
B2 | Dithane (2,25 kg/ha) | Reglone (3 l/ha) | geen | |
C | C1 | Valbon (2,0 kg/ha) | Reglone (3 l/ha) | EXP 1 |
C2 | Valbon (2,0 kg/ha) | Reglone (3 l/ha) | geen | |
D | D1 | Shirlan (0,4 l/ha) | Reglone+Ranman+uitvloeier (3 l/ha + 0,2 l/ha + 0,15 l/ha) | EXP 1 |
D2 | Shirlan (0,4 l/ha) | Reglone+Ranman+uitvloeier (3 l/ha + 0,2 l/ha + 0,15 l/ha) | geen | |
E | E1 | Dithane (2,25 kg/ha) | Reglone+Ranman+uitvloeier (3 l/ha + 0,2 l/ha + 0,15 l/ha) | EXP 1 |
E2 | Dithane (2,25 kg/ha) | Reglone+Ranman+uitvloeier (3 l/ha + 0,2 l/ha + 0,15 l/ha) | geen | |
F | F1 | Valbon (2,0 kg/ha) | Reglone+Ranman+uitvloeier (3 l/ha + 0,2 l/ha + 0,15 l/ha) | EXP 1 |
F2 | Valbon (2,0 kg/ha) | Reglone+Ranman+uitvloeier (3 l/ha + 0,2 l/ha + 0,15 l/ha) | geen |
Tevens is een bewaartoets uitgevoerd waarbij niet-afgeharde knollen voor óf na kunstmatige inoculatie werden gespoten met fungiciden (tabel 2). In de bewaartoets is beoordeeld welke fungiciden het best de knol beschermen tegen infectie bij oogst en inschuren.
Object | Fungicide | Beoogde werking |
A | Onbehandeld | - |
H | EXP2 | Preventief |
J | EXP2 | Curatief |
K | EXP3 | Preventief |
L | EXP3 | Curatief |
M | EXP1 | Preventief |
N | EXP1 | Curatief |
Resultaten en discussie
Algemeen
De proef werd later geplant om later in het seizoen in het vroege ras Bintje betere omstandigheden te genereren voor aantasting. Omdat tijdens opkomst (half juni) al behoorlijk ziektedruk in de omgeving aanwezig was, ontstond al vroeg aantasting in het loof. De omstandigheden bleven gunstig voor Phytophthora en de aantasting breidde zich, ondanks vele bespuitingen (3 bespuitingen in een 4 daags schema met Infinito 1.6 l/ha + Shirlan 0.4 l/ha), alleen maar uit. Daarom is op 20 juli besloten het vervolg van de proef uit te voeren in een praktijkperceel waar het gevoelige ras Nicola geteeld werd. Daar zijn de behandelingen volgens schema uitgevoerd. Om voldoende sporendruk op de knollen te creëren is op 3 momenten een inoculatie uitgevoerd. In het loof zijn nagenoeg geen sporulerende lesies waargenomen. De drie veldbespuitingen volgens schema zijn uitgevoerd toen het gewas begon af te takelen. De waarde van deze bespuitingen in relatie tot knolphytophthora in deze proef mag in twijfel worden getrokken.
Loofaantasting
In beide proeven (nieuwe veldproef & bewaarproef) is de loofaantasting redelijk onder controle gebleven en is de aantasting beperkt gebleven tot enkele blaadjes. Dat zelfs enkele aangetaste blaadjes kunnen leiden tot knolaantasting bleek uit beide toetsen. In beide proeven zijn in de niet behandelde en niet kunstmatige geïnoculeerde knollen toch nog 1,5% (bewaartoets) tot 2,1% (veldproef) aangetaste knollen waargenomen. Deze infectie is ontstaan uit sporen die tijdens het groeiseizoen in de bodem terecht zijn gekomen. De infectie kan dan in de grond plaatsgevonden hebben of later tijdens de oogst of tijdens het inschuren.
Knolaantasting
Veldproef
Op het moment dat de eerste bespuiting volgens schema in het ras Nicola op het loof werd uitgevoerd begon het gewas al iets af te takelen. Daarna zijn nog 2 gewasbespuitingen volgens schema uitgevoerd. Het is echter de vraag in hoeverre deze Phytophthora bestreden hebben en invloed zal hebben op de resultaten. Temeer daar het hier een praktijkperceel Nicola betrof waarin 12 keer een praktijkbespuiting volvelds is uitgevoerd. Daarnaast vond de derde inoculatie 18 dagen na de laatste bespuiting volgens schema plaats op een al doodgespoten gewas. Weliswaar leidden gewasbespuitingen met Valbon tot meer knolaantasting dan de gewasbespuitingen met Shirlan, maar gezien de proefomstandigheden kan dit niet beschouwd worden als een hard gegeven.
De toevoeging van Ranman aan Reglone bij loofvernietiging heeft in deze proef niet geleid tot minder knolaantasting. De mate van loofaantasting bij de loofvernietiging was minder dan 1%. De knolbehandeling met EXP 1 heeft een beschermende werking gehad tegen de "versmering" van sporen (figuur 1). Tijdens oogst en inschuren kunnen gezonde knollen in aanraking komen met sporen van uit de grond of andere (aangetaste) knollen.
Bewaartoets
Uit de bewaartoets komt naar voren dat een knol goed beschermd kan worden wanneer infectie nog niet heeft plaatsgevonden (figuur 2). Dit houdt in dat het middel voordat de spore de knol raakt óf heel kort nadat de spore de knol aanraakt moet worden aangebracht. De spore mag de knol nog niet zijn binnengedrongen. Wanneer de knol reeds geïnfecteerd is, heeft een behandeling met fungiciden weinig zin meer.
Conclusies
- Het was een heftig Phytophthoraseizoen waarin alleen strakke spuitschema's de aantasting konden beperken;
- De verschillende fungiciden gespoten tijdens het groeiseizoen hadden in deze proef geen relevante invloed op de mate van knolaantasting. Deze bespuitingen zijn op een aftakelend gewas uitgevoerd, waardoor de waarde van deze bespuitingen zeer in twijfel mag worden getrokken;
- Het toevoegen van een fungicide bij loofvernietiging heeft in deze proef niet geleid tot minder knolaantasting;
- Het uitvoeren van een knolbehandeling met een fungicide vóór dat infectie van de knol heeft plaatsgevonden leidt tot beduidend minder knolaantasting dan in de onbehandelde controle. Op deze manier is uitbreiding in de bewaarplaats duidelijk te voorkomen. Wanneer onder natte omstandigheden wordt geoogst en wanneer enkele of meerdere lesies in het gewas zijn waargenomen, zou een knolbehandeling met een fungicide leiden tot minder knolaantasting. Dit hoeft geen specifiek knolbeschermend fungicide te zijn, omdat het middel direct op de knollen met Phytophthora-sporen wordt gespoten;
- Curatief toepassen van een fungicide leidde niet tot een vermindering van de aantasting. Wel waren er verschillen tussen de fungiciden.