Publicatie datum: 20-03-2013
Effect van Contans en fungiciden met nevenwerking op Sclerotinia in zetmeelaardappelen
Sclerotinia sclerotiorum is een bodemgebonden schimmelziekte. In Nederland nemen de problemen met Sclerotinia sclerotiorum in akkerbouwgewassen steeds meer toe, zo ook in de zetmeelaardappelteelt in het noordoosten van Nederland. Na het moment van inzakken van het gewas (stengelbreuk) worden de stengels geïnfecteerd en sterven vroegtijdig af.
In 2012 is door DLV Plant onderzoek uitgevoerd in een zwaar besmet aardappelperceel naar maatregelen om de aantasting door Sclerotinia in zetmeelaardappelen te verminderen.
Het toepassen van Contans® WG in het najaar, voorjaar, beide of in combinatie met lignine resulteerde niet in een verlaging van het aantal paddenstoeltjes. Blijkbaar was de infectie van de bodem met Sclerotinia te zwaar om een effect van een eenmalige toepassing van Contans® WG te verkrijgen.Ook de nevenwerking van fungiciden bleek onvoldoende om aantasting van het gewas te voorkomen. De aantasting werd wel verminderd en het gewas bleef ongeveer 1 week langer groen.
Inleiding
In aardappelen kan Sclerotinia op de volgende wijze worden bestreden:
- Door inzet van Contans® WG voor de teelt;
- Door inzet fungiciden tegen Phytophthora met nevenwerking op Sclerotinia.
Contans® WG, geleverd door Belchim, bevat de antagonistische schimmel Coniothyrium minitans. Deze schimmel infecteert de sclerotiën (rattenkeutels) van Sclerotinia, zodat deze niet meer kiemen en paddenstoeltjes vormen.
Contans wordt in het najaar of in het voorjaar voor de teelt in de bodem ingewerkt.
In aardappelen wordt vooral vanwege Phytophthora intensief gespoten met fungiciden. Enkele van deze fungiciden hebben een nevenwerking op Sclerotinia; het gewas wordt minder geïnfecteerd door de ascosporen die door de paddenstoeltjes op het perceel of in de omgeving verspreid worden.
Het doel van deze proef was nagaan in welke mate Contans® WG de vorming van paddenstoeltjes tegen kan gaan en in welke mate een fungicidenschema met nevenwerking op Sclerotinia het gewas kon beschermen tegen infectie met Sclerotinia.
Onderzoek
In 2011 is in Drenthe een zwaar aangetast perceel zetmeelaardappelen gevonden.
In opdracht van Belchim en het Productschap Akkerbouw is vervolgens een veldproef aangelegd op dit perceel. In 2011 zijn veel sclerotiën geproduceerd en achtergebleven in de gewasresten.
In de proef zijn de volgende objecten aangelegd:
- 4 kg Contans® WG /ha najaarstoepassing;
- 4 kg Contans® WG /ha voorjaarstoepassing;
- 4 kg Contans® WG /ha na- en voorjaarstoepassing;
- 4 kg Contans® WG /ha voorjaarstoepassing in combinatie met lignine.
Over de Contans® WG-objecten zijn stroken neergelegd waarin een fungicidenschema met nevenwerking op Sclerotinia is vergeleken met een Curzate-schema zonder nevenwerking.
In het groeiseizoen zijn de volgende beoordelingen uitgevoerd:
- Het aantal gevormde paddenstoeltjes;
- De aantasting van het gewas door Sclerotinia.
Resultaten
Begin juli werd een sterke piek gevonden in het aantal paddenstoeltjes op het proefveld. Het toepassen van Contans® WG in het najaar, voorjaar, beide of in combinatie met lignine resulteerde niet in een verlaging van het aantal paddenstoeltjes. Blijkbaar was de infectie van de bodem met Sclerotinia te zwaar om een effect van een eenmalige toepassing van Contans® WG te verkrijgen.
De ervaringen vanuit de praktijk met Contans® WG en vanuit het onderzoek zijn positief. Belchim geeft nadrukkelijk aan dat een éénmalige toepassing met Contans® WG op zwaar besmette percelen meestal niet voldoende is. In dergelijke situaties zullen opeenvolgende behandelingen noodzakelijk zijn om uiteindelijk tot verlaging van de infectiedruk vanuit de grond te komen.
Bij een hoge Sclerotinia-druk, zoals op het proefperceel, bleek de nevenwerking van fungiciden onvoldoende om aantasting van het gewas te voorkomen. De aantasting werd verminderd. Door het toepassen van een fungicidenschema met nevenwerking op Sclerotinia bleef het gewas circa 1 week langer groen. Het gewas stierf minder snel af.