Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-05-2004

Effect DMPP op reductie van stikstofuitspoeling na herfsttoediening van dierlijke mest

Doel van het onderzoek was vast te stellen hoeveel stikstof er door toediening van DMPP aan drijfmest bij najaarstoepassing extra beschikbaar komt voor het volggewas. Het Nmin-gehalte in de grond in het voorjaar werd hiervoor als criterium gebruikt.

Het toevoegen van DMPP aan varkensdrijfmest, uitgereden in november, heeft in de 2 onderzoeksjaren in deze proef geleid tot een 40 tot 50 kg hogere Nmin per ha in april t.o.v. het niet toevoegen van DMPP aan varkensdrijfmest. Bij bemonstering in maart wordt de hogere N-levering door toevoeging van DMPP niet altijd teruggevonden. Houdt dus na het gebruik van drijfmest met DMPP bij het bepalen van de kunstmestgift rekening met bemonsteringstijdstip en mineralisatieomstandigheden na bemonstering.

Proefopzet

Het onderzoek werd ingepast in het veldonderzoek dat in najaar 2003 op PPO-locatie in Westmaas van start ging. Dit onderzoek werd uitgevoerd voor het ministerie van LNV in het kader van het onderzoeksprogramma 398-I (ontwikkeling maatregelen).
Er werd in deze veldproef een vergelijking gemaakt van wel en geen toevoeging van DMPP aan varkensdrijfmest bij aanwending in november. Beide objecten werden vergeleken met een object waaraan geen drijfmest werd gegeven. In de winterperiode en in het voorjaar werd op vier tijdstippen de hoeveelheid stikstof (ammonium en nitraat) in de bodemlagen 0-30 cm en 30-60 cm gemeten. De meting in het voorjaar (maart/april) gaf de extra werking van DMPP aan.
Het onderzoeksjaar 2003/2004 is het tweede onderzoeksjaar; het is een herhaling van de proef in seizoen 2002/2003.

ObjectMestsoortTijdstip mesttoediening
AOnbemest-
DVarkensdrijfmest6 november 2003
MVarkensdrijfmest met toevoeging van DMPP6 november 2003

Conclusies over de twee onderzoeksjaren 2002/2003 en 2003/2004

  • Het toevoegen van DMPP aan varkensdrijfmest, uitgereden in november, heeft in de 2 onderzoeksjaren in deze proef geleid tot een 40 tot 50 kg hogere Nmin in april t.o.v. het niet toevoegen van DMPP aan varkensdrijfmest;
  • In 2004 is ook in maart een hogere Nmin gemeten bij het object waar DMPP aan de mest was toegevoegd, in 2003 niet. Een Nmin-monster voor de teelt van aardappelen wordt meestal in februari of maart voorafgaand aan de teelt genomen. Als de hogere N-levering door toevoeging van DMPP pas in april wordt gemeten, wordt hier geen rekening mee gehouden en wordt teveel stikstof gestrooid. Een extra onderzoeksjaar zou hierover meer duidelijkheid kunnen geven.