Publicatie datum: 13-09-2010
Doorwas in aardappelen
Aardappelpercelen met doorwas vragen extra aandacht bij loofdoding. De mate van doorwas verschilt veel tussen en binnen percelen. Om een goed beeld te krijgen van de doorwassituatie in uw perceel moet u dus op een groot aantal plekken binnen uw perceel planten oprooien en beoordelen op doorwas. Komt u op minder dan 20-25% van de (40+) knollen doorwas tegen adviseren we voor de loofdoding het perceel te behandelen als een gezond perceel. Is het doorwas percentage hoger, dan moet u een zorgvuldige afweging maken tussen loofdoding en groen rooien. In principe gaat de secundaire knol vooral aan de 1e primaire knol ‘trekken’ als het loof afgestorven of vernietigd is. Dit kan dan voor glas/glazigheid zorgen bij de primaire knol. Zo lang het loof gezond en groen is, zal voldoende energie opgevangen worden om zowel primaire als secundaire knol te voeden. Bij loofdoding en 2-3 wkn wachten krijgt de 2e knol volop kans om de eerste knol leeg te zuigen en zal deze niet afharden (niet velvast) omdat hij ten koste van de primaire knol blijft doorgroeien. Groen rooien kan dit proces van leegzuigen voorkomen. Wordt op doorwaspercelen wel gekozen voor loofdoding, dan is het belangrijk na loofdoding de daling van het owg van de primaire knollen nauwlettend te volgen.
- Bepaal vóór loofdoding het onderwatergewicht en het % drijvers (doorwas!). U kunt het o.w.g. van uw aardappelen laten bepalen door DLV. Neem contact op met uw adviseur of met DLV Westmaas 0186-573011.