Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 11-12-2013

De beste keuzes voor het saneren van tarragronden in verband met AM

Inleiding

Bij de oogst van aardappelen komt veel grond mee met het product dat zowel op het eigen bedrijf als elders wordt verzameld en afgevoerd. Op het eigen bedrijf komt bij het inschuren zeefgrond vrij en tijdens het sorteren sorteergrond; gezamenlijk zo’n 1 à 2 ton grond per hectare aardappelen. Deze hoeveelheid hangt af van de grondsoort, de vochtigheid van de grond tijdens de oogst en de kenmerken van de aardappelcultivar. Aan een ruwschillige aardappel met diepe ogen blijft aanzienlijk meer grond hangen dan aan een gladschillige aardappel met oppervlakkige ogen. Deze grond wordt vaak teruggestort op het perceel van herkomst. Dit houdt een risico in omdat de grond bijvoorbeeld besmet kan zijn met aardappelcysteaaltjes (AM). Als daardoor de besmetting in het perceel verder wordt verspreid dan kan er geen pootgoed meer op worden geteeld en moet de teler tegen een veel lager saldo consumptieaardappelen verbouwen. Financieel onaantrekkelijk en bovendien worden zo de percelen die geschikt zijn voor pootgoed steeds schaarser. Het is daarom van groot belang om de grond te saneren voordat het terug gaat naar het perceel.
Naast het akkerbouwbedrijf heeft ook de verwerkende industrie, te maken met grote hoeveelheden grond. Deze grond is bovendien zeer divers van samenstelling en kan heel vochtig zijn. Ook voor deze bedrijven zijn mogelijkheden voor sanering van de grond tegen schadelijke bodemorganismen van groot belang.
In opdracht van het Productschap Akkerbouw, in het kader van het Actieplan Aaltjesbeheersing, heeft PPO-AGV de mogelijkheden uit de literatuur en de resultaten van eigen onderzoek voor u op een rijtje gezet. Daaruit kunt u de voor u beste keuze maken.

Inundatie

Het onder water zetten van percelen is een beproefde methode in de bloembollenteelt om bodemziekten te bestrijden. De effectiviteit hangt af van de temperatuur in combinatie met de blootstellingstijd. Daarom wordt geadviseerd inundatie in de zomer toe te passen. Hoe langer de blootstellingstijd des te beter het resultaat. In twee onderzoeken met zeef- en sorteergrond van aardappelen met daarin loofresten en knolletjes werd het beste resultaat verkregen na 16 weken bij 10 tot 17oC; 97% doding van de cystinhoud van Globodera pallida. Toepassing van organisch materiaal in de grond vóór inundatie verbeterde het resultaat. In een veldproef van PPO-AGV in 2011 op een pootgoedbedrijf is een perceel van 30 ha onder water gezet. Na 16 weken inundatie bij een gemiddelde etmaaltemperatuur van 16oC gedurende 12 weken en 4 weken 11oC was de effectiviteit meer dan 99% tegen cysten van G. pallida. Het inwerken van Sarepta mosterd had tegen AM geen toegevoegde waarde. Ook in emmerproeven van PPO-AGV was inundatie effectief tegen AM-cysten met 97-98% doding in mariene zavel en dekzand.
Inundatie lijkt een goede optie voor sanering van tarragrond tegen AM.

Traditionele biologische grondontsmetting (BGO gras) met vers organisch materiaal

Bij biologische grondontsmetting wordt in de praktijk 40 ton vers gras per ha door de bouwvoor gemengd, waarna de grond wordt dichtgerold en geïrrigeerd. Na afdekking met gasdichte folie wordt het gras in de grond afgebroken onder zuurstofarme omstandigheden. Tijdens dit proces ontstaan toxische gassen en vetzuren die er voor zorgen dat schadelijke bodemorganismen worden gedood. De toepassing vindt plaats in de zomer gedurende 6 weken.
Vanuit de literatuur wordt gemeld dat de effectiviteit van BGO met gras tegen AM varieerde tussen 25% en 95%. Een verhoging van de temperatuur van 5 naar 20oC verbeterde het resultaat. Uit emmerproeven van PPO-AGV, uitgevoerd in 2009-2010, is gebleken dat de praktijkdosering van 40 ton/ha in dekzandgrond bij 16oC maximaal 97% van de AM-cysten kon doden, maar in mariene zavel was de effectiviteit hooguit 77%. BGO met gras is het meest geschikt voor sanering van dekzandgrond.

Geavanceerde biologische grondontsmetting (BGO “Herbie”) met bewerkt organisch materiaal

Sinds 2009 heeft PPO-AGV diverse proeven gedaan met organische producten van bekende, constante, samenstelling. Dit in tegenstelling tot gras dat altijd verschillend is van samenstelling, afhankelijk van herkomst en teeltperiode. Grond ontsmetten met deze producten is in de praktijk bekend onder de naam “bodemresetten met Herbie’. Verschillende “Herbie” producten zijn onderzocht op effectiviteit tegen AM-cysten en vergeleken met gras. Alle producten waren bij bepaalde doseringen en blootstellingstijden effectief tegen AM-cysten. H 7022, een product dat gelijktijdig ook al in de praktijk werd toegepast, liet zowel op mariene zavel als op zandgrond een effectiviteit van 99% of hoger zien bij 16oC. Zelfs bij 8oC was het effect nog meer dan 98%.
BGO met “Herbie” producten lijkt daarmee een goede mogelijkheid om tarragronden te ontsmetten.

Recent eigen onderzoek PPO-AGV en PRI

In opdracht van de NVWA, met financiering door EZ, is in 2011 en 2012 onderzoek uitgevoerd naar opties voor ontsmetting van tarragronden. De uitgangspunten van het onderzoek waren:

  • On-site behandeling van grond
  • Effectieve methode; minimaal 99% doding van aardappelcysteaaltjes (AM)
  • “Best practice” door maximale behandeltijd en/of optimale dosering
  • Toepasbaar op alle grondsoorten
  • Praktisch en economisch haalbaar

Inundatie en biologische grondontsmetting leken de beste opties, gezien het hier beschreven literatuuroverzicht. Gekozen is daarom voor vijf verschillende behandelingen:

  • Inundatie van grond met een waterlaag van tenminste 10 cm
  • Biologische grondontsmetting (BGO-gras) met fijn gehakseld vers gras; 80 ton/ha (20 kg gras/m3 grond).
  • Biologische grondontsmetting met “Herbie” 7025; 24 ton/ha (7,5 kg H 7025/m3 grond).
  • Combinatie van inundatie en BGO met H 7025.
  • Controle; onbehandelde grond

Deze behandelingen zijn in beide jaren in viervoud uitgevoerd op PPO-AGV in Lelystad, in polypropeen emmers met elk 60 L grond. Er zijn twee grondsoorten getoetst; een dekzandgrond van de PPO-locatie in vredepeel en een lokale mariene zavelgrond. Na het inwerken van de organische producten gras of Herbie 7025 en na toevoeging van AM-cysten in zakjes aan de veldvochtige gronden zijn de emmers gedurende 12 weken afgesloten met een deksel om zuurstofarme omstandigheden te creëren voor het omzettingsproces. Alleen bij de inundatie behandeling was er een vrije uitwisseling met de buitenlucht door gaten in de deksels. De gemiddelde etmaaltemperatuur was in beide jaren circa 16oC. De cystinhoud van de aardappelcysteaaltjes is door zowel inundatie als BGO met de organische producten gras of H 7025, voor meer dan 99% gedood. Combinatie van inundatie met H 7025 had geen meerwaarde.

Hoe hoger de temperatuur des te sneller verloopt het proces en is de ontsmetting afgerond. Dit kan weken verschil uitmaken. Daarmee onderscheidt de “BGO-Herbie” methodiek zich van inundatie of BGO met gras.
Recent is in vijf verschillende Nederlandse grondsoorten onderzocht wat de doding van H 7022 is tegen AM bij continu 20oC. Na 14 dagen was de doding van AM al meer dan 99.4% in alle grondsoorten. Daaruit blijkt dat met BGO met een “Herbie” product snel en zeer betrouwbaar alle tarragronden kunnen worden ontsmet.

Praktisch beste keuzes

Praktisch gezien lijken inundatie en BGO met “Herbie” het meest realistisch. Bij een gemiddelde etmaaltemperatuur van 16oC gedurende 12 weken kan tarragrond goed (meer dan 99% doding) worden ontsmet tegen aardappelcysteaaltjes. Als tarragrond pas in het najaar beschikbaar is, zoals van consumptieaardappelen of suikerbieten, dan kan de grond in de volgende zomer worden ontsmet voordat er nieuwe tarragrond is van de volgende oogst. Een deel van een perceel kan daarvoor worden ingericht.
BGO met gras heeft in het PPO-PRI onderzoek op beide grondsoorten goed voldaan maar het fijn verhakselen van gras is wel een voorwaarde voor deze effectiviteit.
Deze methode is minder betrouwbaar qua effectiviteit dan BGO met “Herbie”.
Voor inundatie is een ondoordringbare ondergrond nodig en het omdijken van de te ontsmetten grond. Meer informatie over inundatie is te vinden op www.kennisakker.nl.
Bij BGO met een Herbie-product is het zaak om het protocol voor juiste toepassing van Thatchtec B.V. op te volgen ( www.thatchtec.com ).
In de tabel zijn de opties voor ontsmetting samengevat.

Effectiviteit van de drie beste mogelijkheden voor het ontsmetten van tarragronden tegen AM

OntsmettingsmethodeKleiDalgrondMariene zavelDuinzandDekzand
Inundatiejajajajaja
BGO met grasneeniet bekendneeniet bekendja
BGO met “Herbie”jajajajaja

Voor een totaalbeeld van (on)mogelijkheden zijn hieronder aanvullend de ongeschikte methoden vermeld.

Literatuur methodieken voor grondsanering tegen AM

Stomen en pasteuriseren

Beide methodieken werken op basis van temperatuur; bij stomen wordt een temperatuur van 100oC bereikt en bij pasteurisatie ligt de temperatuur rond de 70oC. Voor het doden van de veroorzakers van aardappelmoeheid (AM), de Globodera aaltjes, is in vochtige grond een temperatuur van 60oC gedurende 3 minuten voldoende maar in droge grond is 80oC nodig. Diverse stoommethodieken voor zeef- en sorteergrond zijn al in 1987 uitgetest. Daaruit bleek dat alleen bij het stomen met graafrekken overal in de grondlaag een voldoende hoge temperatuur werd bereikt. De methodiek was erg omslachtig en wordt om die reden tegenwoordig niet meer toegepast. Nog afgezien van het hoge energieverbruik vereist stomen van grond technische kennis voor een grootschalige toepassing met goed resultaat.
Al met al is stomen geen reële optie voor het ontsmetten van tarragronden.

Hete lucht behandeling

Een grondbehandeling met hete lucht is gebaseerd op het blazen van extreem hete lucht van circa 800oC tegen gronddeeltjes, die door een roterende spitmachine worden
opgeworpen. Deze zogenaamde ‘Cultivit’ machine, geproduceerd door VDL te Eindhoven, doodt geen aardappelcysteaaltjes of andere schadelijke bodemaaltjes of schimmels.
Voor het saneren van tarragronden is deze methode om die reden dan ook niet geschikt.
Onder Mediterrane omstandigheden zijn wel enorme opbrengstverhogingen gerealiseerd.

Warm water behandeling

In Japan wordt voor kleinschalige toepassing in kassen 100 tot 300 L warm water van 70-95oC per m2 over de grond gegoten of via pijpen ingebracht. Er wordt een hoge effectiviteit tegen cysteaaltjes bereikt maar deze methode is arbeidsintensief en vraagt veel water en energie. Deze methode lijkt alleen geschikt voor kleine hoeveelheden grond die in korte tijd moeten worden ontsmet.

Straling

Elektromagnetische straling zoals gammastraling kan niet op het eigen bedrijf worden toegepast maar de grond moet naar de Cobalt-60 stralingsbron worden vervoerd en daarom is deze methodiek niet praktisch. Bovendien bleken AM-cysten opmerkelijk resistent tegen deze straling; zelfs na 3.0 kilogray (kGy) waren niet alle cysten dood.
Elektromagnetische microgolven doodden bietencysteaaltjes in onderzoek. Praktijktoepassingen laten echter nog steeds op zich wachten. Koppert machines ontwikkelde de Agritron voor de glastuinbouw, die zich nog steeds in de testfase bevindt. Op korte termijn is er geen perspectief te verwachten van deze methode voor het ontsmetten van tarragrond.

Tenslotte

Naast de aandacht voor het saneren van tarragronden zou het goed zijn om ook voor plantafval de saneringsmogelijkheden in kaart te brengen, zoals bijvoorbeeld inkuilen en afvoer in een biovergister. Dit alles ten behoeve van een duurzame bedrijfsvoering.