Publicatie datum: 15-02-2006
Combinatie pootgoedbehandeling tegen Rhizoctonia en bewaarziekten
Bij de teelt en bewaring van het zelf geteelde TBM-pootgoed vragen de huidige (nieuwe) rassen in toenemende mate om een behandeling tegen bewaarziekten. Tevens is veelal een Rhizoctonia-behandeling in het voorjaar nodig bij de zetmeelaardappelteelt. Doel van dit onderzoek was om te kijken in welke mate de Rhizoctonia-behandeling eerder en/of de behandeling tegen bewaarziekten later kan worden uitgevoerd. Wellicht kunnen de verschillende behandelingen dan in combinatie worden uitgevoerd.
Combinatie van de middelen lijkt mogelijk, als de volgorde van mengen in acht wordt genomen. Als bewaarziekten als Fusarium en zilverschurft praktisch voorkomen kunnen worden door een goede bewaartechniek, dan heeft dat de voorkeur. De behandeling tegen zowel het uitbreiden van de Fusarium-aantasting als Rhizoctonia kan dan uitgesteld worden tot in het voorjaar. Het moment in maart is dan het meest praktisch en resulteerde ook in het hoogste uitbetalingsgewicht.
Inleiding
Bij de teelt en bewaring van het zelf geteelde TBM-pootgoed vragen de huidige (nieuwe) rassen in toenemende mate om een behandeling tegen bewaarziekten. Tevens is veelal een Rhizoctonia-behandeling in het voorjaar nodig bij de zetmeelaardappelteelt.
Doel van het onderzoek was om te kijken in welke mate de Rhizoctonia-behandeling eerder en/of de behandeling tegen bewaarziekten later kan worden uitgevoerd. Wellicht kunnen de verschillende behandelingen dan in combinatie worden uitgevoerd. Vragen waren vooral de werkingsduur, de effectiviteit, de mengbaarheid en het effect van de middelen op de verschillende ziekten.
Onderzoek
Uitgegaan is van een partij aardappelen die "wat langer in de grond heeft gezeten". Een dergelijke partij pootgoed zal dan meestal voldoende Rhizoctonia-bezetting hebben. De partij pootaardappelen is machinaal gerooid. In combinatie met de verdere verwerking van de monsters, heeft dit voldoende beschadiging gegeven voor een geslaagde kunstmatige infectie. Vervolgens is met de chemische behandeling van het eerste tijdstip twee dagen gewacht. Bij de verschillende tijdstippen van behandeling zijn afhankelijk van de mate aantasting door Fusarium, de aangetaste knollen wel of niet verwijdert. Bij een zwaardere aantasting zijn de aangetaste knollen verwijderd, om te veel verspreiding van Fusarium te voorkomen.
Resultaten
Fusarium
Op de verschillende momenten van behandelen waren er veelal al door Fusarium aangetaste knollen aanwezig. Het totale percentage aantasting was gemiddeld over de jaren 21%. Dit betekent dus dat de kunstmatige infectie "goed" is aangeslagen. Opvallend was het hoge percentage bij het object Blanco. Bij dit object zijn de monsterzakken in de herfst gevuld en pas in het voorjaar weer open gemaakt. Fusarium heeft daardoor ruimschoots de kans gehad om ook aanliggende knollen te infecteren. Bij het tussentijds open maken van de monsterzakjes en het eventueel verwijderen van de zieke knollen op het moment van de behandeling, krijgen de overige aardappelen de gelegenheid op te drogen, zodat rot als gevolg van Fusarium zich minder gemakkelijk kan uitbreiden naar de niet geïnfecteerde gezonde knollen.
Het totale percentage droogrot als gevolg van Fusarium was afhankelijk van het jaar en het tijdstip van de behandeling. In het jaar 2003/2004 resulteerden de behandelingstijdstippen T3 (december) en T4 (maart) in een extreem hoog percentage rot, ondanks het verwijderen van de zieke knollen kort voor de behandeling. Ook in 2004/2005 kwam het tijdstip T3 (december) als ongunstig naar voren. Ten opzichte van het object Blanco, was het aantastingpercentage bij de verschillende behandelingen (inclusief Oonbehandeld) lager. Het tussentijds verwijderen van de aangetaste knollen heeft in de meeste gevallen verdere uitbreiding van Fusarium voorkomen. Het toepassen van Lirotect Super en/of Moncereen had hierop nagenoeg geen invloed.
Rhizoctonia
De Rhizoctonia-index in het voorjaar was afhankelijk van het jaar, het tijdstip van behandeling en het object. De index was in de proefjaren 2001/2002 en 2003/2004 lager bij de objecten Moncereen en de combinatie van Lirotect Super en Moncereen toegepast op het voege tijdstip in september. Blijkbaar heeft de vroege toepassing een positieve invloed op het mogelijk loslaten van de sclerotiën. Als gevolg van de geringe Rhizoctonia-bezetting kon het effect van bestrijding van Rhizoctonia met Moncereen verder nauwelijks worden aangetoond.
Missers in het veld
Kort voor het poten zijn alle nat- en droogrotte knollen geteld en verwijderd. Er zijn alleen op het oog gezonde knollen gepoot. De opkomst bij de objecten Lirotect Super en de combinatie van Lirotect Super en Moncereen verliep voorspoedig ten opzichte van het Onbehandelde en het Blanco object. Het percentage missers varieerde per jaar en was in de proefjaren 2002/2003 en 2003/2004 gemiddeld erg hoog. Het percentage missers in het veld leek vooral een gevolg van late aantasting door Fusarium.
In het proefjaar 2002/2003 was bij de behandelingen met Lirotect Super en de combinatie van Lirotect Super en Moncereen het percentage missers beduidend lager bij de latere toepassingen. Ook gemiddeld over alle jaren resulteerden deze objecten in het laagste percentage missers in het veld.
Aantal stengels
Het aantal stengels per plant werd beïnvloed door het tijdstip van de behandeling en door het object. Vooral de combinatie van Lirotect Super en Moncereen had een positieve invloed op het aantal stengels per plant. Het late tijdstip van behandelen in maart resulteerde jaarlijks in een groter aantal stengels per plant dan de eerdere behandelingstijdstippen.
Uitbetalingsgewicht
Bij het uitbetalingsgewicht kwamen significante opbrengstverschillen naar voren als gevolg van een later tijdstip van behandeling. De latere behandelingen met Lirotect Super, Moncereen en de combinatie van Lirotect Super en Moncereen op het tijdstip in maart resulteerden in een gemiddeld hoger uitbetalingsgewicht.
Tijdstip | ||||||
Blanco | Lirotect Super | Moncereen | Moncereen Lirotect Super | Onbehandeld | Gemiddeld | |
September | 96 | 94 | 97 | 94 | 99 | 96 |
Oktober | 98 | 99 | 96 | 101 | 99 | 99 |
December | 98 | 107 | 97 | 105 | 98 | 101 |
Maart | 100 | 106 | 106 | 112 | 99 | 104 |
Gemiddeld | 98 | 101 | 99 | 103 | 99 | 100 = 68.0 ton/ha |
Conclusies
- De kunstmatige infectie is met uitzondering van het bewaarseizoen 2001/2002 zeer fors aangeslagen. In feite zijn alle door Fusarium geïnfecteerde knollen ook daadwerkelijk ziek geworden, totaal gemiddeld 21% aangetast door Fusarium gevolgd door gemiddeld ruim 10% missers als gevolg van fusarium in het veld.
- De vitaliteit van de Rhizoctonia en de Rhizoctonia-index veranderde van nature nauwelijks gedurende het bewaarseizoen. In de bewaarseizoenen 2001/2002 en 2003/2004 daalde de Rhizoctonia-index door de vroege toepassing van Moncereen en de combinatie van Lirotect Super en Moncereen.
- De opkomst van de aardappelen bij de objecten Lirotect Super en de combinatie van Lirotect Super en Moncereen verliep voorspoedig ten opzichte van het onbehandelde en het blanco object.
- Het percentage missende planten leek vooral een gevolg van Fusarium. Bij de behandelingen met Lirotect Super en de combinatie van Lirotect Super en Moncereen was het percentage missers veelal lager.
- Het late tijdstip in maart resulteerde in alle jaren in een groter aantal stengels per plant. Dit effect was vooral in 2003 erg groot.
- Bij het uitbetalingsgewicht kwamen significante opbrengstverschillen naar voren als gevolg van een later tijdstip van behandeling. De latere behandelingen met Lirotect Super en de combinatie van Lirotect Super en Moncereen op het tijdstip in maart resulteerden in een gemiddeld hoger uitbetalingsgewicht.