Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-08-2007

Chemische bestrijding van knopkruid, ooievaarsbek en reigersbek

In een deskstudie heeft het PPO nagegaan of er chemische onkruidbestrijdingsmiddelen zijn waarmee knopkruid, ooievaarsbek en in minder mate reigersbek redelijk tot goed bestreden kunnen worden.
In maïs, granen, graszaad, aardappelen, suikerbieten en wortelen kunnen deze onkruiden chemisch goed bestreden worden, maar er zijn ook gewassen waarin deze onkruidsoorten chemisch helemaal niet bestreden kunnen worden. De werking van toegelaten middelen tegen ooievaars- en reigersbek is soms niet of onvoldoende bekend.

Inleiding

De onkruidsoorten knopkruid (Galinsoga parviflora), ooievaarsbek (Geranium spp.) en reigersbek (Erodium spp.) veroorzaken in Nederland meer problemen in de teelt van allerlei gewassen. Dit komt doordat deze onkruidsoorten met de huidige toegelaten middelen veelal niet of onvoldoende bestreden kunnen worden, waardoor ze zich in de loop van de tijd sterk hebben kunnen uitbreiden. Aangezien het zaad van deze soorten meerdere jaren kiemkrachtig blijft, zal de zaadvoorraad van deze onkruiden in de grond waarschijnlijk aanzienlijk zijn toegenomen en zullen de genoemde onkruidsoorten de komende jaren daardoor problemen blijven veroorzaken.

Onderzoek

In een deskstudie is door PPO nagegaan of er chemische middelen zijn waarmee de genoemde onkruidsoorten redelijk tot goed bestreden kunnen worden. De informatie over de diverse chemische middelen die in meer of mindere mate werkzaam zijn tegen knopkruid, ooievaarsbek of reigersbek, is verzameld bij PPO, bij andere onderzoeksinstellingen binnen WUR, bij chemische firma’s en vooral bij buitenlandse informatiebronnen.
In eerste instantie zijn vooral de middelen aan de orde gekomen die momenteel in Nederland zijn toegelaten. Maar daarnaast is ook een aantal middelen behandeld dat in Nederland (nog) niet is toegelaten. Bij dit laatste gaat het meestal om middelen die wel een toelating hebben in één of meerdere gewassen in ons omringende landen.

Resultaten

Zoals verwacht mocht worden, lopen de mogelijkheden om de drie genoemde onkruidsoorten te bestrijden tussen de verschillende akkerbouw- en vollegrondsgroentegewassen sterk uiteen. De resultaten zijn daarom in bijgaand overzicht samengevat. Dit overzicht is gebaseerd op de middelen die momenteel (zomer 2007) in Nederland zijn toegelaten.

Figuur. Overzicht van de bestrijdingsmogelijkheden van knopkruid, ooievaarbek en reigersbek in verschillende akkerbouw- en vollegrondsgroentegewassen met de huidige in Nederland toegelaten onkruidbestrijdingsmiddelen.


Conclusies

In maïs, granen, graszaad, aardappelen, suikerbieten en wortelen kunnen knopkruid, ooievaarsbek en reigersbek chemisch goed bestreden worden. Maar er zijn ook gewassen waarin (met de huidige toegelaten middelen) deze onkruidsoorten chemisch helemaal niet bestreden kunnen worden. Bij deze laatste groep gaat het om andijvie, slasoorten, schorseneer, luzerne, knolvenkel, rabarber. De overige gewassen nemen een tussenpositie in.

Verder is duidelijk dat er bij ooievaarsbek en reigersbek nog wat "witte vlekken" zijn, omdat de werking van de middelen die in deze gewassen zijn toegelaten tegen deze twee onkruidsoorten niet of onvoldoende bekend is. Omdat ooievaarsbek en in mindere mate ook reigersbek ook in het buitenland vaker blijken voor te komen dan in het verleden, worden deze onkruidsoorten ook daar gezien als probleemonkruiden. Daarom mag verwacht worden dat er in de nabije toekomst meer informatie over beide onkruidsoorten beschikbaar zal komen, waardoor het aantal "witte vlekken" kan verminderen.