Publicatie datum: 16-01-2010
Bodemleven en wat willen we weten en wat kunnen we ermee?
In de grond is soms meer leven dan erboven. Diverse laboratoria bieden analyses aan. Een inventarisatie.
Inleiding
De laatste jaren wordt er steeds meer gesproken over bodemleven, micro-organismen, voedselweb etc. In het verleden kwamen deze begrippen nauwelijks ter sprake en werd alleen geredeneerd vanuit grondbewerking en bemesting. Dat bodemleven meer in de picture komt is wel begrijpelijk. Nu door mestwetgeving en een duidelijk minder gebruik van chemische ingrepen de boer meer op het scherp van de snede moet werken is 'gratis hulp' vanuit de bodem welkom.
Het kan zomaar zijn dat het totaal gewicht aan bodemleven op een meerjarig grasland hoger is dan dat van de koeien erboven en dat komt echt niet door de mollen en wormen die zichtbaar aanwezig zijn. Het gewicht wordt vooral bepaald door de bacteriën, schimmels en eencelligen die met miljarden in vooral de bovenlaag aanwezig zijn.
Aantal | Levend gewicht (stockli 1950) | |
Microflora | Per gram grond | Kg per ha |
Bacteriën | 600.000 | 10.080 |
Schimmels | 400.000 | 10.000 |
Algen | 100.000 | 139 |
Fauna | Per liter grond | |
Protozoën (eencelligen) | 1.551.000 | 379 |
Nematoden | 50.000 | 50 |
Springstaarten | 220 | 6,5 |
Mijten | 150 | 4,4 |
Enchytraeen | 20 | 15 |
Duizendpot., insekt., spinnen | 20 | 67 |
Regenwormen | 2 | 4000 |
Mollen ea | <1 | 1 |
De vele verschillende levende organismen maken deel uit van een voedselketen. Motto: eten of gegeten worden. Niet overal in de bodem is het even ‘dichtbevolkt’. Je komt concentraties van bodemleven tegen op specifieke plaatsen. Bij wortels zijn veel organismen actief vanwege de uitgescheiden wortelsappen en het afsterven van worteldelen. Ook voedsel- en zuurstofrijke wormengangen en kruimelige bodemdeeltjes zijn plekken met een hoge concentratie van bodemleven. Net als de zode van gras en ondergewerkte groenbemester of mest.
Bij metingen aan bodemleven komt hiermee meteen een probleem kijken: waar en wanneer moet ik meten? De concentratie van mirco-organismen varieert namelijk ook nog eens in de tijd. Op dezelfde plek meten in maart geeft een heel andere uitslag als in mei.
Het voedselweb (geheel aan leven in de bodem) is dus niet homogeen. Er zijn dus diverse geïsoleerde ecologische evenwichten die constant aan verandering onderhevig zijn. Metingen aan bodemleven zijn dus altijd een momentopname.
Bodemleven
Het bodemleven speelt een belangrijke rol in de bodem. Veel voedingsstoffen zoals stikstof, fosfaat, kalium, sporenelementen etc. zijn voor een belangrijk deel pas beschikbaar voor de planten wanneer het bodemleven deze uit organisch materiaal heeft vrijgemaakt. Ook op de bodemstructuur heeft het bodemleven duidelijk invloed door een kittende werking van bodemdeeltjes en door het creëren van een verbeterde lucht-waterhuishouding. In de bodem is een continu proces aan de gang om de aangevoerde organische stof via bemesting, groenbemesters of gewasresten af te breken en om te zetten in effectief organische stof. Dit heet humificatie. Het vrijmaken van voedingsstoffen wordt mineralisatie genoemd.
Weten we alles over het bodemleven? Nee. Een groot deel van wat er onder onze voeten leeft heeft zelfs nog geen naam en wat het precies doet is niet bekend. Van een aantal organismen in de bodem is wel meer kennis opgedaan.
BODEMORGANISMEN
Om met de grotere organismen te beginnen. Er zijn diverse soorten wormen zoals potwormen en regenwormen.
- Potwormen zijn wit van kleur en tot 4 cm lang. Zij komen voor in de bovenlaag of in compost en door het 'eten' van licht verteerd organisch materiaal wordt via de uitwerpselen bodemdeeltjes en het verteerde voedsel aan elkaar gekit. Potwormen kunnen bij een wat lagere pH leven dan regenwormen.
Van regenwormen zijn een aantal soorten belangrijk:
- De rode wormen eten vers afgevallen plantmateriaal en komen, net als de potwormen, in de bovenlaag voor. Ze kunnen massaal aanwezig zijn en ook massaal afsterven als de omstandigheden wijzigen, zoals bij kou en droogte. Ook grondbewerking is funest voor deze wormen;
- De grauwe wormen leven wat dieper en zijn ook wat groter dan de rode. Ze graven zich al etend door de grond en maken daarbij vele gangen die goed zijn voor de lucht waterhuishouding en dus voor de structuur. Ze komen voor tot 40 cm diepte;
- De grootste regenworm is de pendelaar. Deze worm kan tot 30 cm lang worden en kan diepe verticale gangen maken. Hierdoor worden verdichte lagen doorbroken en kunnen de wortels van de planten weer dieper in de ondergrond groeien.
Bij het woord 'aaltje' krijgt elke boer meteen een argwanende blik. Dit zijn schadelijke wormpjes en die mogen niet voorkomen. Het merendeel van de aaltjes in de grond is echter onschuldig en leeft van plantenresten of doden zelfs andere aaltjes. Aaltjes zijn klein, meestal kleiner dan 1 mm en dus niet of nauwelijks zichtbaar.
Wel zichtbaar zijn springstaarten, een belangrijke groep die plantenresten en mest afbreken. Incidenteel eten ze ook aan onze planten, maar over het algemeen zijn het alleseters die ook schimmels wegvreten. Er zijn diverse soorten in diverse vormen van bekend. Iemand die goed waarneemt kan de beestjes zien wegspringen als ze verstoord worden. Springstaarten kunnen tijdelijk massaal voorkomen (bij warm en vochtige omstandigheden), evenals aardvlooien die wel graag aan onze planten knabbelen.
Mijten zijn in de bodem in grote hoeveelheden aanwezig. Zij zorgen ook voor de afbraak van organisch materiaal, maar er zijn ook mijten die leven van schimmels, springstaarten en aaltjes. Een bekende, grotere mijt is spint die wel schade doet aan de planten.
Bacteriën en schimmels
Met bacteriën komen we op onbekender terrein. Er zijn enorm veel soorten in gigantisch grote aantallen. Ook bacteriën zetten organisch materiaal om en maken voedingsstoffen vrij door slijmvorming kitting van bodemdeeltjes. Sommige soorten kunnen stikstof uit de lucht binden en vastleggen, zoals in symbiose met vlinderbloemigen gebeurt. Slechts enkele bacteriën kunnen (veel) schade toebrengen, zoals Erwinia, Pseudomonas en Xantomonas.
Actinomyceten kennen we allemaal. We hebben ze nog nooit gezien, maar wel geroken. Deze primitieve schimmels zijn in grote mate verantwoordelijk voor de typische geur van (bos)grond. Actinomyceten hebben vele functies in de bodem, waaronder het produceren van antibiotica tegen bacteriën of het binden van luchtstikstof. Maar bovenal weer bij het afbreken van plantenresten.
Een vaak genoemde schimmel is de mychorriza welke in zowel de plantenwortel als erbuiten leeft. Hier is eveneens sprake van symbiose. Dat wil zeggen dat beide partijen er voordeel van hebben. De planten voeden de schimmel met koolhydraten, waarbij de schimmel de helpende hand toesteekt bij de opname van water en voedingsstoffen. Simpelweg wordt door deze symbiose het bereik van het wortelgestel groter. Deze schimmels komt bij bijna bij alle landbouwgewassen voor, maar niet bij kruisbloemigen en bij de ganzenvoetfamilie.
Er zijn nog vele andere schimmels met ieder zijn eigen rol in het voedselweb. Schimmels houden in het algemeen van een iets lagere pH dan bacteriën. Voor schimmels is een luchtige grond voorwaarde voor een goede ontwikkeling. Vrijwel alle schimmels leven van dode planten, maar sommigen zijn lastpakken voor landbouwgewassen. Denk aan Pytium, Sclerotinia of Fusarium.
Protozoën zijn eencellige organismen die zich op hun beurt weer met bacteriën en schimmels voeden.
In het voorgaande is van een aantal soorten bodemleven een korte toelichting gegeven. Het is lang niet compleet. Bij onderzoeksinstituten, zoals het Louis Bolk instituut (LBI) kan meer achtergrondinformatie worden gevonden over het bodemleven.
Meten van bodemleven
Omdat er sprake is van een complexe situatie moet eerst goed nagedacht worden over wat men nu eigenlijk wil weten? Is er sprake van een ziekteverwekker in de grond en wil men weten welke, dan is een analyse door de NVWA een goede mogelijkheid. Stuur ook het zieke plantmateriaal mee voor een goede analyse. Een andere mogelijkheid is het laten maken van een DNA-scan van de grond. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de unieke DNA-code die elk levend organisme, dus ook schimmels en bacteriën, heeft. Een lab als Relab den Haan in Wateringen kan deze voor vele ziekteverwekkers snel, binnen enkele dagen uitvoeren (www.denhaan.nl).
Onder glas biedt Groen Agro Control in Delfgauw voor diverse glasgroenten en bloemen ook deze mogelijkheid (www.agrocontrol.nl).
Er wordt dus gekeken naar welke ziekteverwekker aanwezig is. Er wordt niet geteld of ingeschat hoeveel schimmels of bacteriën er zijn. Wel wordt een indicatie gegeven over de ziektedruk van betreffende ziekteverwekker.
Gaia
Dit laboratorium bekijkt voornamelijk de structuur van de bodem en geeft hierover adviezen. Er kan ook een onderzoek uitgevoerd worden op de biologische activiteit en stikstofleverend vermogen van de grond. Hierbij wordt de CO2 productie van grond bepaald en een relatie gelegd met de activiteit van het bodemleven. Onderscheid tussen de verschillende soorten bodemleven is er niet. De analyse is een maat voor de activiteit van het bodemleven als geheel. Het resultaat is sterk afhankelijk van het moment en de plaats van monstername.
www.gaiabodem.nl
Hortinova
De Nova-Bioscan is een analyse, waarmee de kwaliteit van het bodemleven weergegeven wordt. Verschillende parameters worden onderzocht en de analyse is toepasbaar voor de bodem, compost, compostthee en substraten. De scan kijkt alleen naar het aanwezige bodemleven en maakt geen onderscheid in de activiteit van het bodemleven. Met een sterke microscoop wordt direct in een oplossing van o.a. de bodem gekeken. De waarnemingen worden vergeleken met de functies die diverse soorten bodemleven in de bodem hebben en er wordt ingeschat welk effect het bodemleven op de bodem zal hebben. Het laten maken van een zogenaamde chroma geeft geen inzicht in de toestand van het bodemleven. Er is slechts indirect een relatie met bodemleven te leggen.
www.hortinova.nl
Soil Tec Solutions (STS)
Hier kan een zogenaamde bodemvoedselwebanalyse worden gemaakt. Voor deze analyse gebruikt STS de langdurige ervaring van het Soil Foodweb Inc. In de door dit lab gevoerde analysemethode komen diverse parameters naar voren die een beeld geven van de microbiologische populatie. Criteria zoals totale bacterie- en schimmelbiomassa, protozoa-dichtheid en de in bacterie-schimmel- en worteletende aaltjes en roofaaltjes onderverdeelde nematodenpopulaties worden geinventariseerd. Vervolgens wordt het analyseresultaat vergeleken met de voor het gewas relevante streefcijfers.
www.van-iersel.eu
Eurolab
Dit onderzoekslab kan diverse onderzoeken doen op het gebied van bodemleven. Hier wordt gekeken naar het aantal organismen wat voorkomt en wat het effect kan zijn op het mineralisatieproces in de bodem. Op de site kan men terugvinden welke micro-organismen er zoal geanalyseerd worden. Dit laboratorium kan ook een analyse doen naar het zuurstofvermogen van de grond en de relatie met het bodemleven. Specifiek kan een analyse uitgevoerd worden op de aanwezigheid van Mycorrhiza rondom of in de wortels van planten. Hiervoor moeten verse plantenwortels opgestuurd worden.
www.eurolab.nl
Er zijn waarschijnlijk vele laboratoriums die onderzoek doen naar bodemleven. Bovenstaand is slechts een selectie uit de mogelijkheden die er zijn. Voor alle analyses geldt wederom dat het gaat om momentopnames. Alle verstoringen in de bodem: droogte, overvloedige regenval, bewerking, chemische bestrijdingen, overbemestingen hebben direct invloed op de aanwezigheid en de aantallen micro-organismen.