Publicatie datum: 23-12-2013
BioNPK
De ambitie van BioNPK is gericht op het winnen en zuiveren van mineralen uit waterige reststromen, en die mineralen geschikt te maken voor hergebruik in de landbouw. Door dit hergebruik ontstaan regionale of landelijke kringlopen waardoor applicatie van mineralen verkregen uit fossiele bronnen kan worden gereduceerd. Het produceren van essentiële mineralen voor plantengroei, t.w. N, P en K, kost veel fossiele energie. Bovendien zijn de economisch winbare fosfaatvoorraden in de wereld eindig en ook nog ongelijkmatig verdeeld.
Inventarisatie
De inventarisatie van de reststromen (en hun samenstelling) van de partners waaruit mineralen kunnen worden gewonnen heeft geleid tot de volgende opsomming:
- Digestaat uit de twee vergisters van Suiker Unie (uitsluitend gevoed met plantaardige resten, die nagenoeg volledig afkomstig zijn van de suikerbietverwerking; in NL totaal ca. 200.000 ton digestaat per jaar).
- Digestaat uit de vergister van AVEBE (gevoed met onteiwit aardappelvruchtwater; 1,3 – 2,4 miljoen ton digestaat per jaar).
- Tarwegistconcentraat van Duynie (een vloeibare reststroom uit de ethanol-productie; in potentie honderdduizenden tonnen per jaar).
Digestaatvan Suiker Unie wordt in een decanteercentrifuge gescheiden in een vaste fractie (de koek) en een waterige fractie (het centraat). De waterige fractie bevat opgeloste NH3, PO4, K-zouten en andere mineralen en nutriënten. Op dit moment wordt deze stroom gezuiverd in de waterzuivering (Dinteloord) of ingedampt tot een mineralenconcentraat (Vierverlaten). Digestaat van AVEBE is een waterige stroom met een substantiële K concentratie. Ook in dit geval kan een mineraalrijke stroom worden verkregen die in de landbouw kan worden ingezet.
Tarwegistconcentraat van Duynie is een diervoeder waarvan de wens is dat het K- gehalte wordt verlaagd. Dit om de toepasbaarheid uit te breiden (o.a. hogere doseringen). Het verkregen K-zout kan in de landbouw worden ingezet als meststof.
Overzicht technologische oplossingen voor winning van mineralen uit waterige reststromen
In de literatuur zijn veel referenties te vinden waarin wordt ingegaan op de winning van m.n. N, P en K uit diverse reststromen. Hierbij valt te denken aan winning uit (communale) waterzuiveringen, dierlijke mest, digestaat, urine of andere waterige reststromen.
Op basis van een literatuuronderzoek, is een inventarisatie gemaakt van de meest relevante technologieën en werkwijzen om deze nutriënten te winnen uit waterige reststromen. Er zitten beproefde technologieën tussen, maar er worden ook technologieën beschreven die nog nader onderzoek vereisen voordat deze daadwerkelijk leiden tot industriële toepassing.
Het is niet ondenkbaar dat het winnen van relatief zuivere vormen van de mineralen leidt tot te hoge kosten, bijv. door een relatief hoog energie- en/of hulpstoffen-verbruik. Mede hierdoor zal het niet altijd leiden tot een rendabele investering. Bovendien wordt de oplossing zo minder duurzaam. Een alternatief kan het concentreren van de stroom tot een mineralenconcentraat zijn. Hoewel de mineralen dan minder zuiver beschikbaar zijn, kan ook op deze wijze de kringloop van mineralen op duurzame wijze worden gesloten.
Welke mineralen passen in de Nederlandse landbouw?
In relatie tot de waterige reststromen van de partners binnen BioNPK zijn de meest relevante meststoffen/nutriënten:
- Enkelvoudige meststoffen, met name stikstof- en kalimeststoffen, zoals ammoniumnitraat en kaliumchloride. Aan enkelvoudige fosfaatmeststoffen bestaat nauwelijks of geen behoefte (er is een overmaat aan fosfaat beschikbaar via dierlijke mest).
- Meervoudige meststoffen, met name NP-, NK- of NPK-meststoffen die geen organische stof bevatten, zoals ammoniumfosfaat en kaliumnitraat. Aan P-houdende meststoffen zoals struviet (kalium- of ammoniumvorm; m.n. voor niche toepassingen en exportdoeleinden) is minder behoefte.
- (Effectieve) Organische stof (met voorkeur lage N en P gehaltes)
- Complexe (geconcentreerde) nutriëntenmengsels.
Scenarioanalyse
Op basis van de verkregen informatie over de reststromen van de partners, mogelijke interessante winningroutes en de vorm van de meststoffen is een scenarioanalyse uitgevoerd. Dit om te komen tot een selectie van een aantal projecten, waarin één of meerdere technologieën gebruikt worden om uit de reststromen de gewenste mineralen te verkrijgen. Hierbij is gekeken naar de stappen die zouden moeten worden doorlopen voor de winning van de belangrijkste mineralen N, P en K uit deze waterige reststromen. Daarbij is ook rekening gehouden met een mix van bestaande technologieën en mogelijk nieuwe werkwijzen die zich nog niet of onvoldoende commercieel bewezen hebben. Hierbij zijn zowel oplossingen beschouwd die leiden tot min of meer zuivere mineralen, als oplossingen die leiden tot mengsels van nutriënten. Deze scenarioanalyse heeft geleid tot een aantal richtingen voor de onderzoeksfase die zijn opgenomen in de onderstaande projecten.
Projecten
N- en P-winning (Cosun - Suiker Unie/Sensus; AVEBE)
Op dit moment wordt digestaat van de vergisters van Suiker Unie hergebruikt in de landbouw. Bij de scheiding van digestaat in een dikke fractie (de koek; hergebruikt in landbouw) en een waterige fractie met een decanteercentrifuge (het centraat), wordt de waterige fractie ingedampt tot een concentraat wat afgezet wordt in de landbouw of wordt gezuiverd in de waterzuivering. Bij dat laatste gaan zowel het aanwezige N als de aanwezige P voor hergebruik verloren.
Uit (de waterige fractie van) digestaat kunnen NH3 en/of PO4 worden gewonnen. Voor het winnen moeten kosten worden gemaakt. Niet alleen moet in een installatie worden geïnvesteerd, maar ook voor de bedrijfsvoering zijn energie en hulpstoffen vereist. Daarnaast is het mogelijk essentieel om stromen een voor- of nabehandeling te geven om de winning mogelijk te maken. Hierbij valt te denken aan een filtratie-stap om zwevend materiaal te verwijderen voordat het wordt behandeld in een stripper of kristallisator.
Binnen het project zijn de volgende activiteiten uitgevoerd:
- Uitvoering van een deskstudie door een externe deskundige (M. Schöller; TRION-PuriTec Consulting & Engineering) naar de meest optimale technologieën op het gebied van NH3 en PO4 verwijdering uit digestaat van de Suiker Unie en AVEBE vergisters. Dit moet leiden tot een economische evaluatie en kan een startpunt zijn voor aanvullende experimenten.
Uit de resultaten van deze studie voor Suiker Unie blijkt dat de variabele kosten van de winning van N en P niet opwegen tegen de opbrengsten van de te produceren meststoffen (ammoniumsulfaat en struviet). Bovendien zijn er significante investeringen gemoeid met de noodzakelijke procesapparatuur en kosten nodig voor de bediening ervan. Naast de relatief hoge kosten voor energie en hulpstoffen wordt de economie van het proces nadelig beïnvloed door de relatief lage concentraties van m.n. PO4 in de vloeibare fractie van het digestaat.
Per SU vergister, goed voor ca. 10.000.000 m3 groen gas van Slochteren-kwaliteit uit ca. 100.000 ton biomassa, is per jaar bijv. slechts ca. 750 ton ammoniumsulfaat ((NH4)2SO4) en ca. 75 ton struviet (als MgNH4PO4.6H2O) uit digestaat te winnen. Struviet- en ammoniakwinning uit centraat is met deze hoeveelheden/ concentraties en met de huidige opbrengstprijzen niet rendabel. Een groot deel van het P is organisch gebonden of aanwezig als (zeer) kleine struvietkristallen. Met de afscheiding van de vaste stof wordt dit afgescheiden met de koek en komt maar 20 tot 25% van de P in de waterige fase. Mogelijkheden om meer P te mobiliseren uit het digestaat tot ortho-fosfaat, voorafgaand aan de vast/vloeistof-scheiding, worden door Bioclear onderzocht.
Voor de stroom van AVEBE geldt dezelfde conclusie ten aanzien de terugwinning van NH3. Bij de huidige marktcondities (prijzen grondstoffen, opbrengst NH4-N verbindingen) is de terugwinning van ammoniak economisch niet haalbaar. Voor fosfaat ligt de situatie anders. Digestaat van AVEBE is rijker aan fosfaat, waardoor ca. 400 ton P teruggewonnen kan worden. Dit deelproces is economisch interessant, echter niet in combinatie met de terugwinning van stikstof. Door het proces zo in te richten dat enkel fosfaat als struviet teruggewonnen wordt, wordt een financieel aantrekkelijke mogelijkheid geboden. - Parallel aan de bureaustudie zijn er proeven uitgevoerd met ultrafiltratie (pilot-opstelling van A3 Watersolutions met keramische membranen) als een mogelijke behandeling van centraat uit de decanteercentrifuge voorafgaand aan bijvoor-beeld struvietwinning of NH3-stripping. Verwijdering van zwevende stof als voorbehandeling is van belang om vervuiling van procesapparatuur en/of van het product te voorkomen (zoals insluiting van organische stof tijdens kristallisatie/ precipitatie van struviet).
Gebleken is dat het zwevende stof gehalte van centraat sterk fluctueert en dat de performance van de ultrafiltratie wordt verbeterd als het centraat eerst wordt gezeefd en wordt ontdaan van relatief grof materiaal. UF is een relatief dure techniek. Een technologische evaluatie en kosten/baten-analyse worden gemaakt. Aanvullend wordt gekeken naar mogelijk goedkopere alternatieven. - Onderzoek naar de winning van struviet uit een afvalwater van Sensus is recent ook uitgevoerd. In de huidige situatie wordt het hierin aanwezige fosfaat met FeCl3 en Ca(OH)2 geprecipiteerd. Het fosfaat wordt zo met de wortelgrond afgescheiden in de bezinker. Bij Sensus is sprake van een stroom van 500 - 750 kg winbare P per dag gedurende ca. 200 dagen per jaar (wortel- en diksap-campagne). Of de winning als struviet een economisch interessante optie is, is in belangrijke mate afhankelijk van de kwaliteit en prijs van struviet en de kosten voor de proceshulpstoffen. Deze prijzen kunnen sterk variëren van jaar tot jaar. Aan de hand van de informatie van Paques wordt de business case uitgewerkt.
Mineralenconcentraten op basis van K-zouten (AVEBE; Cosun - Suiker Unie)
De meeste waarde wordt gegenereerd door de nutriënten afzonderlijk te isoleren. Voor fosfaat zijn goede mogelijkheden voorhanden. Moeilijker wordt het om uit een verdunde stroom, kalium op een financieel aantrekkelijke manier te winnen. In dit deelonderzoek is daarom gewerkt aan een proces waarbij de nutriënten geconcen-treerd worden middels indamping of kristallisatie.
Het onderzoek naar het indampen van digestaat was er op gericht om de ammonia als waarde component in de meststof te behouden, en niet als kostenpost in het procescondensaat. De sturing van de pH van digestaat voor indamping is daarbij van groot belang. Proeven op laboratoriumschaal hebben aangetoond dat een voldoend lage pH ervoor zorgt dat de ammonia niet in het procescondensaat terecht komt. Voor het aanzuren wordt een goedkoop zuur gebruikt, zoals zwavelzuur. In een grotere pilot-indamper is geconstateerd dat na vergaande indamping kaliumsulfaat afgescheiden kan worden. Deze kristallen laten zich goed afscheiden. De proeven hebben aangetoond dat er geen noemenswaardige vervuiling van het warmte-overdragend oppervlak optreedt. De samenstelling van het concentraat kan beïnvloed worden door te variëren met de indikfactor. Hierdoor bevat het concentraat meer of minder kalium naast stikstof en fosfaat. Het energieverbruik van indampen kan vergaand gereduceerd worden door gebruik te maken van mechanische damprecompressie en hergebruik van warmte.
Het produceren van het mineralenconcentraat als zelfstandige activiteit is niet rendabel. Het Groen Gas project van AVEBE met de naam Potato Power heeft een technologische route waarbij het produceren van een mineralenconcentraat een financieel verantwoorde keuze lijkt te zijn.
Een alternatieve technologie voor het concentreren van minerale en organische stromen is eutectische vriesconcentratie (EFC). Deze technologie maakt het mogelijk mineralen en organisch materiaal te concentreren waar membraan technologie te veel energie vergt. Op basis van literatuur onderzoek blijkt dat een energiereductie t.o.v. indampen van meer dan 50% mogelijk zou kunnen zijn. Tevens zou een fractionering van enkele zouten theoretisch mogelijk moeten zijn. Een combinatie van reverse osmose (RO) en EFC is voor zouthoudende stromen al aangetoond. Voor dit doel zijn enkele pilot-testen uitgevoerd met een modelmengsel op basis van protamylase (een ingedikte aardappel reststroom) in een EFC opstelling gecombi-neerd met een continue tegenstroom waskolom (TNO technologie). De eerste testen toonden aan dat water goed verwijderd kan worden. De beheersing en stabiliteit van de efficiënte waskolom vergen echter nog veel ontwikkeling. In een vervolgproject wordt deze route verder uitgewerkt.
Ontzouten van tarwegistconcentraat (Cosun - Duynie)
Tarwegistconcentraat (TGC) is een nevenstroom van de bioethanolproductie, die door Duynie wordt vermarkt als diervoeder. TGC is een slurry van circa 25 % droge stof (DS). Het bevat relatief veel zout (Na: 16 g/kg DS, K: 15,5 g/kg DS en SO4: 17,5 g/kg DS), wat de toepassing als diervoeder beperkt. Om die reden is het interessant om vooral K zoveel mogelijk te verwijderen. Aangezien in de landbouw behoefte is aan K, is het interessant om te zien of het verwijderde K (en mogelijk andere mineralen) kan worden ingezet als meststof.
Eerder uitgevoerde precipitatietesten waren niet succesvol. Daarom is er interesse om nieuwe technieken te testen, zoals electrodialyse (ED) of capacitieve deionisatie (CDI). Uit overleg met specialisten is duidelijk geworden dat CDI vooral geschikt is voor veel lagere zoutgehaltes dan aanwezig in TGC, dus dat is geen interessante techniek. ED is een interessante techniek om in de praktijk te testen met TGC in een pilot installatie, maar er wordt gevreesd voor een flinke vervuiling van de installatie door het TGC. Er zijn geen praktijktesten uitgevoerd.
Biologische mobilisatie van gebonden fosfaat (Bioclear)
Bij de scheiding van digestaat tussen een vaste fractie (de koek) en een vloeibare fractie (het centraat) wordt het merendeel van het aanwezige P afgescheiden met de koek. Dit komt doordat P voornamelijk aanwezig is in de vorm van organische gebonden fosfor (in de microbiële cellen bijvoorbeeld) en door de aanwezigheid van microkristallen van o.a. struviet en calciumfosfaat, die bij de heersende pH beperkt oplosbaar zijn. Slechts een klein deel van de in digestaat aanwezige P (20-25%) is aanwezig als (opgeloste) ortho-fosfaat (PO4). Dit fosfaat zal zich na de decanteercentrifuge m.n. in de vloeibare fractie bevinden.
Bioclear heeft onderzocht of (micro)biologische processen ingezet kunnen worden om fosfaat in digestaat van Suiker Unie te mobiliseren. Het doel van deze bewerking is dat fosfaat uit de dikke fractie (de koek) verplaatst wordt naar de dunne (waterige) fractie (het centraat). Dit mes snijdt aan twee kanten: enerzijds wordt de dikke fractie meer fosfaatarm, wat de afzetmogelijkheden vergroot, terwijl anderzijds de hoeveelheid fosfaat in de dunne fractie toeneemt, wat eventuele terugwinning effectiever kan maken.
Gebleken Gebleken is dat er drie, deels biologische, principes zijn waarmee fosfaat gemobiliseerd kan worden: chelaatvorming, enzymproductie en electrochemische reductie. De eerste twee processen zijn inzetbaar op een breed spectrum aan fosfaatverbindingen, het laatste proces is specifiek voor bepaalde ijzerfosfaat-verbindingen. Gebleken is dat enzymatische processen zich niet lenen voor het beoogde doel; de processen worden te slecht begrepen en worden op biologisch niveau te slecht beheerst, om ontwikkeling van technologie te motiveren.
Chelaatvorming Chelaatvorming leent zich vanuit biologisch oogpunt wel voor technologieontwik-keling. Een tweetal concepten is geanalyseerd op toepassing van een biologisch proces gebaseerd op dit principe: invoegen in de vergister en nabehandeling dikke fractie. Het eerste scenario is om biochemische redenen niet realistisch, het tweede scenario kan wel werken. In dit scenario is het echter waarschijnlijk dat het mobiliserend effect sneller en goedkoper op chemische wijze gerealiseerd kan worden. Omdat de hoeveelheid fosfaat die geproduceerd kan worden klein is en omdat de marktdifferentiatie waarin fosfaatarme dikke fractie beter gewaardeerd wordt dan fosfaatrijke nog niet tot stand is gekomen, ontbreekt in de huidige markt de economische prikkel om een dergelijk proces nader uit te werken.
De derde optie, waarbij specifiek fosfaat wordt gemobiliseerd uit bepaalde ijzerfosfaatverbindingen is biologisch mogelijk. Een technologisch proof-of-principle is succesvol gebleken. Voor deze techniek lijkt een nichemarkt te bestaan. Bioclear is voornemens de technologische en economische haalbaarheid nader te onderzoeken.
Greenfertilizer: Alternatieve productie van NH3 (PA - Kiemkracht)
Het Greenfertilizerproject is niet geformuleerd op basis van de uitgevoerde scenarioanalyse maar is pas in 2013 geïnitieerd door Kiemkracht als project van het Productschap Akkerbouw en gefinancierd met een deel van het budget dat gereserveerd was voor het uitvoeren van veldproeven.
Het project betreft het gebruik van duurzaam opgewekte elektriciteit, bijvoorbeeld met zonnecellen en/of windturbines, voor het op kleine schaal produceren van NH3. In het proces wordt ammonia geproduceerd met behulp van stoom en zuurstof-geleidende elektroden (Solid Oxygen Electrolyzer Cells). NH3 kan gebruikt worden op het eigen bedrijf als meststof of brandstof.
In de eerste oriëntatie is gebleken dat:
- op basis van simulaties het proces theoretisch/energetisch mogelijk is en kan worden uitgevoerd.
- de technische economische evaluatie enerzijds positief is als alleen de afschrijving van de brandstofcel wordt meegenomen, en anderzijds negatief is als ook de afschrijving van de zonnecellen wordt meegenomen.
- het proof-of-principle is aangetoond in het lab: men was in staat ammoniak te produceren!
Op basis van deze resultaten wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn om verdere stappen te maken naar een commercieel succes. Dit betreft o.a. vergroting van de productiesnelheid door optimalisatie van de procescondities en bij voldoende economische perspectieven de bouw van een pilot-installatie. Deze scale-up valt buiten het programma van BioNPK.
Conclusies
Winning van mineralen uit industriële reststromen voor hergebruik in de landbouw, om zo te komen tot gesloten kringlopen, kan een zowel duurzame als economisch interessante optie zijn. Of het in een bepaalde concrete situatie tot een economisch aantrekkelijke business case komt is sterk afhankelijk van de omvang van de reststroom, het gehalte aan te winnen mineraal, de opbrengstprijs van het mineraal en de operationele kosten van het proces. Naarmate meer energie- en/of hulpstoffen nodig zijn, zal het proces minder duurzaam en duurder worden.
Over de winning van mineralen uit waterige (rest)stromen bestaat een omvangrijke collectie literatuur over reeds uitgevoerde onderzoeken. Dicht bij huis valt te denken aan bijvoorbeeld struvietwinning bij de aardappelverwerkende industrie en uit urine en NH3-winning uit verwerking van dierlijke mest. Veel van de gebruikte technologieën zijn bekend en installaties commercieel verkrijgbaar. Dat het niet op grote schaal wordt ingezet heeft vooral te maken met het ontbreken aan rendabele business cases.
Daarnaast is gebleken dat het bij de winning van de mineralen over het algemeen gaat om in de markt al bekende meststoffen, waarvan relatief veel literatuur op het gebied van de toepassing in de landbouw, bijv. in de vorm van veldproeven, beschikbaar is. Dit heeft ertoe geleid dat de invulling van het BioNPK-programma is aangepast. Nadruk is komen te liggen op het toetsen van werkwijzen voor het winnen van mineralen uit de reststromen van de partners. Experimenteel onderzoek is ook op pilot-plant niveau uitgevoerd.
De belangrijkste conclusies zijn:
- Winning van mineralen uit reststromen kan een duurzame oplossing vormen voor het creëren van kringlopen naar de landbouw. Echter, veel industriële business cases zijn negatief. Het winnen van mineralen vergt niet alleen veel energie maar kent ook een significant hulpstoffenverbruik, waardoor het alternatief “niets doen” nu nog een aantrekkelijker economische optie is. De fabricagekostprijs van traditionele (fossiele) kunstmeststoffen is anno 2013 vaak veel lager dan door winning uit industriële reststromen mogelijk is.
- NH3-winning uit (centraat van) digestaat van de vergisters van Suiker Unie en AVEBE is op dit moment nog geen rendabele optie. Dit wordt veroorzaakt door de combinatie van de relatief lage concentraties, de lage opbrengstprijzen van de verkregen meststoffen en de operationele kosten (energie en hulpstoffen).
- Struvietwinning uit centraat van de Suiker Unie vergisters is geen rendabele optie vanwege het relatief lage fosfaatgehalte in combinatie met een lage opbrengstprijs. Het grootste deel van de fosfor wordt met de vaste organische stof afgescheiden. Uit het afvalwater van Sensus en uit digestaat van AVEBE biedt struvietwinning wel goede economische perspectieven. Bij Sensus wordt door een proceswijziging fosfaat dan niet meer met FeCl3 en Ca(OH)2 neergeslagen en met de wortelgrond naar de grondberging afgevoerd, maar wordt het als ammoniumstruviet gewonnen.
- Concentraten van mengsels van nutriënten lijken nu financieel interessanter te zijn dan winning van mineralen in zuivere vorm, en mogelijk aantrekkelijker dan de huidige wijze van verwerking van de stroom. Hierbij zal wel gebruik gemaakt moeten worden van energiezuinige oplossingen, zoals hergebruik van restwarmte of mechanische damprecompressie. Een voorbeeld van een relatief nieuwe energiezuinige techniek is eutectische vriesconcentratie.
- Substantiële verwijdering van kalium(zouten) uit tarwegistconcentraat is op dit moment technologisch-financieel niet haalbaar.
- Specifieke biologische processen voor het mobiliseren van in organisch of anorganische stof (grond, biomassa) gebonden nutriënten, zoals van fosfor in biomassareststromen, bieden in de toekomst misschien mogelijkheden voor economisch interessante processen. Deze oplossingen vereisen nog aanvullend onderzoek.
- Productie van NH3 m.b.v. elektriciteit, in relatief compacte brandstofcellen, biedt mogelijkheden om op lokaal nivo (bijv. op boerenbedrijf) direct te kunnen beschikken over een essentieel en universeel gebruikt nutriënt. De elektriciteit kan duurzaam worden opgewekt met bijv. zonnecellen. Aanvullend onderzoek is nodig om de haalbaarheid van dit concept vast te stellen.
Kansen in de toekomst
Bij de winning van mineralen uit waterige reststromen is nu vooral sprake van het toepassen van bekende technologieën voor de noodzakelijke fysische en chemische bewerkingen. Voorbeelden zijn luchtstrippen (van NH3), kristallisatie (van struviet) of indampen (van mineralenoplossingen). In het BioNPK-programma is vooral aandacht besteed aan deze (bewezen) technieken omdat die op relatief korte termijn kunnen worden geïmplementeerd in bestaande processen.
Toekomstig onderzoek moet ook gericht worden op mogelijk interessante werkwijzen die nu nog niet, maar in de toekomst mogelijk wel, rendabel kunnen worden toegepast. Voorbeelden hiervan zijn:
- Fixeren van N en/of P uit waterige stromen in biomassa (bijv. het eiwitrijke lemna/ eendenkroos, wat vervolgens als veevoer kan worden gebruikt).
- Eutectische vriesconcentratie als alternatief voor het traditionele indampen/ concentreren.
- Op biologische wijze mobiliseren van gebonden P tot ortho-fosfaat uit grond en biomassa.
- Kleinschalige productie van ammoniak met brandstofcellen op basis van duurzaam opgewekte elektriciteit (Greenfertilizer project).