Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-09-2003

Bewaring van zetmeelaardappelrassen

Naast resistentie tegen aardappelmoeheid en wratziekte zijn meerdere factoren van belang om op perceelsniveau een verantwoorde rassenkeuze te maken. Met name bewaarbaarheid wordt voor de teler van steeds groter belang. In opdracht van de Stichting Interprovinciaal Onderzoek (SIO) is daarom onderzoek uitgevoerd naar het bewaarverlies bij nieuwe zetmeelaardappelrassen:

  • Ook zonder het optreden van rot is er een groot verschil in bewaarverlies;
  • Goed bewaarbaar zijn de nieuwe rassen Valiant en Festien;
  • De rassen Aviala, Valiant en Mercator zijn iets kiemlustig, echter minder dan het in de praktijk wel bekende kiemlustige ras Seresta.

Inleiding

In opdracht van de Stichting Interprovinciaal Onderzoek (SIO) is onderzoek uitgevoerd naar het bewaarverlies bij nieuwe zetmeelaardappelrassen. SIO beheert gelden van de provincies Groningen en Drenthe ten behoeve van het praktijkonderzoek in het zetmeelaardappeltelende gebied in NO - Nederland.
Voor een rendabele aardappelteelt wordt de rassenkeuze op de verschillende bedrijven steeds belangrijker en ook steeds moeilijker. Als gevolg van wettelijke maatregelen ten aanzien van wratziekte zijn een aantal goed bewaarbare rassen verboden. Naast resistentie tegen aardappelmoeheid en wratziekte zijn echter meerdere factoren van belang om op bedrijfs- en perceelsniveau een verantwoorde rassenkeuze te maken. Met name bewaarbaarheid wordt van steeds groter belang. Bewaarverliezen zijn in de praktijk echter moeilijk te meten. Het niet aanwezig zijn van rot in de partij bij het afleveren, wordt door de praktijk vaak beschouwd als goed bewaard. Echter ook zonder het optreden van rot kan het bewaarverlies per ras enorm verschillen. De resultaten van bewaarproeven van 2001/2002 en 2002/2003 op PPO - locatie ’t Kompas te Valthermond in opdracht van SIO worden beschreven.

Proefopzet en resultaten

Het onderzoek is opgezet met een tiental rassen van de rasvergelijksseries op Kooijenburg (Rolde) en ’t Kompas (Valthermond). De nieuwe rassen: Mantra (ME 93 F-19), Menco (ME 92 L-3), Averia (KA 93-0707, Aviala (KA 93-0587), Valiant (KU 91-881), Sofista en Festien zijn vergeleken met de bestaande (standaard)rassen Seresta, Mercator en Karakter. De monsters zijn op uniforme wijze beschadigd om een rooimachine na te bootsen. In het voorjaar is het bewaarverlies ( = verlies aan uitbetalingsgewicht en rot) bepaald en is het netto uitbetalingsgewicht na bewaring berekend. Bovendien is de kwaliteit beoordeeld conform de normering zoals bij AVEBE uitgevoerd door de Stichting Controle Fabrieksaardappelleveringen (SCF). Het bewaarverlies bestaat uit een verlies aan veldgewicht, verlies aan OWG en verlies door rot. Deze verschillende verliescomponenten zijn in het verslag apart besproken. Verlies aan veldgewicht is met name een gevolg van verdamping van vocht. In principe zal door verdamping van vocht het zetmeelgehalte stijgen. Een daling van het OWG is in hoofdzaak een gevolg van onderhuidse beschadiging met luchtinsluiting. Het type beschadiging aangebracht door het schudden op een rooiketting in een schudbak is met name onderhuidse beschadiging. Verlies door rot kan verschillende oorzaken hebben zoals bacteriën en schimmels.

  • Het verlies aan veldgewicht was afhankelijk van het ras en varieerde van gemiddeld 4.1 % voor het ras Seresta tot gemiddeld 7.4 % voor het ras Mercator. Inclusief rot bleef het verlies aan veldgewicht beperkt tot minder dan 5 % verlies bij de rassen Seresta, Valiant, Festien en Karakter.
  • Het verlies aan OWG was eveneens alleen afhankelijk van het ras en varieerde van een stijging, als gevolg van indroging, van gemiddeld 11 gram voor het ras Valiant tot een daling van gemiddeld 30 gram voor het ras Mercator.
  • Het verlies aan veldgewicht, in combinatie met het verlies aan OWG resulteert in het verlies aan uitbetalingsgewicht. Het totale verlies aan uitbetalingsgewicht (inclusief rot) was ook alleen afhankelijk van het ras en varieerde van een zeer gering verlies van gemiddeld 1.1 % voor het ras Valiant tot gemiddeld 14.6 % voor het ras Mercator. Gemiddeld minder dan 5 % verlies trad alleen op bij de rassen Valiant en Festien. Deze twee rassen lijken dus zeer goed bewaarbaar. De rassen Averia en Mercator gaven een verlies aan uitbetalingsgewicht van meer dan 10 %.
  • De rassen Aviala, Valiant en Mercator zijn iets kiemlustig. De lengte van de kiemen is echter duidelijk minder lang dan van het in de praktijk wel bekende ras Seresta.
  • Het verlies door rot was, naast het ras, ook afhankelijk van het jaar en de locatie waar de aardappelen werden geteeld. In 2001 kwam in de rassen Averia en Mantra met herkomst Kooijenburg sporadisch rot voor. In hetzelfde jaar kwam in de monsters van de locatie ’t Kompas rot voor in de rassen Averia, Aviala, Mantra, Menco, Sofista, Seresta, Karakter en Mercator. Opmerkelijk was dat in de rassen Festien en Valiant in 2001 totaal geen rot voor kwam. In 2002 kwam duidelijk meer rot voor dan in 2001. Van de locatie Kooijenburg kwam in de rassen Festien, Averia, Mantra, Sofista, Seresta en Mercator rot voor. In de monsters van locatie ’t Kompas kwam in alle rassen behalve Seresta enig rot voor. Van de zandgrond lijken de rassen Aviala, Menco, Valiant en Karakter het minst gevoelig voor rot. De aardappelen geteeld op dalgrond lijken in het algemeen wat gevoeliger.
  • De kwaliteit van de aardappelen beoordeeld conform de SCF – waardering gaat tijdens de bewaring achteruit. De rassen Festien en Valiant van beide locaties en Karakter van locatie Kooijenburg waren in het voorjaar nog steeds premiewaardig.

Conclusie

  • Het verlies aan veldgewicht lag gemiddeld op een normaal niveau.
  • Het verlies aan OWG lag gemiddeld op een normaal niveau van 12 gram verlies. Dit verlies aan OWG varieerde echter enorm van een stijging van 11 gram bij het ras Valiant tot een daling van 30 gram bij het ras Mercator. Mogelijk dat het type beschadiging, veelal onderhuidse beschadiging, een overschatting geeft van de daling van het OWG.
  • Het verlies aan uitbetalingsgewicht lag gemiddeld op een normaal niveau van 8 % en varieerde van ruim 1 % bij het ras Valiant tot bijna 15 % bij het ras Mercator.
  • Het verlies door rot was afhankelijk van het ras, het jaar en de herkomst van de aardappelen. De rassen Averia, Sofista en Mercator lijken wat gevoeliger. De aardappelen geteeld op dalgrond zijn gevoeliger voor rot.
  • Goed bewaarbaar zijn de nieuwe rassen Valiant en Festien.
  • Het bewaarverlies heeft grote invloed op het uitbetalingsgewicht in het voorjaar, zodat de rasvolgorde qua opbrengst in het voorjaar duidelijk anders is dan in de herfst.
  • De kwaliteit van de aardappelen gaat tijdens de bewaring achteruit.