Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-07-2004

Bewaring van cichorei

Elk jaar is het nodig dat een gedeelte van de cichorei-oogst bewaard wordt bij telers. De laatste cichorei kan namelijk pas in februari bij de fabriek geleverd worden. Veelal wordt er in de praktijk naar gestreefd om de cichorei uiterlijk begin december van het veld te hebben. Dit betekent dat er partijen cichorei zijn die zeven à acht weken opgeslagen moeten worden op het bedrijf van de teler. Tijdens deze bewaring treden er verliezen op aan wortelopbrengst en ook het inulinegehalte loopt terug. De mate waarin dit gebeurt, blijkt sterk te verschillen van partij tot partij en ook van jaar tot jaar.

In de jaren 1997 t/m 2002 is er onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden om de bewaarverliezen te beperken en de kwaliteit zoveel mogelijk op peil te houden. Gebleken is dat cichorei het beste kan worden bewaard in onafgedekte hopen. Afdekken is alleen gewenst indien de temperatuur in kuil onder het vriespunt dreigt te komen. Voor een goed bewaarresultaat zijn wel enkele praktische punten belangrijk.

Onderzoek

In elk najaar in de periode 1997 tot 2001 zijn er eind november, begin december bewaarkuilen aangelegd. Eind januari werden de kuilen afgebroken en werden de bewaarverliezen bepaald. Het temperatuursverloop in de kuil is eveneens vastgelegd. Per kuil werd ca. 45 ton cichorei bewaard; de kuilen hadden een hoogte van ca. 2 m, een lengte van ca. 15 m en aan de voet waren ze ca. 5,5 m breed. De volgende kuilen werden onderzocht: onafgedekte kuilen, kuilen die volledig met stro en plastic werden afgedekt en die al dan niet mechanisch geventileerd werden, kuilen afgedekt met zgn. CSV-kleden (kleden met een 3 m brede gaasstrook boven op de kuil) en kuilen afgedekt met Toptex-kleden. Daarnaast is ook onderzoek uitgevoerd naar de verliezen die optreden als men de cichorei in het veld laat staan tot eind januari. Ook is gekeken naar de mogelijkheden om Sclerotinia te bestrijden.

Resultaten en discussie

Onafgedekte kuilen

In de onafgedekte kuilen daalde het inulinegehalte tijdens de bewaring (zie tabel).

Tabel. Onafgedekte kuilen 1997/2002. Temperatuur in de kuilen; daling van het inulinegehalte en de inulinekwaliteit; verliezen aan wortel- en inuline-gewicht.
1997/19981998/19991999/20002000/20012001/2002
Begin bewaarperiode10-dec25-nov07-dec29-nov30-nov
Einde bewaarperiode29-jan21-jan24-jan26-jan29-jan
Lengte bewaarperiode (dagen)5057485860
Gemiddelde buitentemperatuur
week 15,91,97,99,88,9
week 23,00,44,011,01,7
week 37,47,75,03,90,3
week 46,94,75,6-1,12,3
week 58,16,85,73,10,5
week 66,08,03,65,3-0,3
week 7-0,22,34,7-1,63,5
week 8-7,2-2,07,6
Gemiddelde temperatuur in de kuil
Minimum (C)-1,01,33,00,3-0,9
Maximum (C)13,611,998,511,612,6
Inulinegehalte (%)
Begin bewaarperiode16,715,317,616,715,9
Einde bewaarperiode14,014,517,116,614,6
Verliezen (in % van begingewicht)
in wortelgewicht242211-2
in inulinegewicht4185116

De grootste daling werd gevonden in het bewaarseizoen 1997/1998. Hierbij moet echter opgemerkt worden dat dit toe te schrijven is aan de combinatie van vorst in de kuil op een vroeg tijdstip en hoge buitentemperaturen daarna. Ook het inulineverlies in de kuil van 1997/1998 was extreem hoog, nl. 41%. In de andere jaren bleef het verlies beperkt tot 5 à 11 %. Ook in het bewaarseizoen 2001/2002 kwam de temperatuur in de kuil tijdelijk onder het vriespunt. Echter de buitentemperatuur bleef in de rest van de bewaarperiode aan de lage kant, zodat uiteindelijk de verliezen beperkt bleven. In de overige drie jaren (1998/1999, 1999/2000 en 2000/2001) trad er geen vorst op in de kuil. Ook uit de bewaarproeven in de koelcellen bleek dat het al dan niet bevroren geweest zijn van de cichoreiwortels een zeer grote invloed heeft op de bewaarbaarheid.

Indien vorst in de kuil vermeden wordt, dan is de buitentemperatuur de belangrijkste factor die bepalend is voor de hoogte van de bewaarverliezen. In jaren met lage buitentemperaturen (gedurende grootste gedeelte van de bewaarperiode gemiddelde dagtemperatuur onder 5 °C) blijft het verlies meestal beperkt tot ca. 5% in zeven weken. Indien de buitentemperatuur hoger is, dan kunnen de verliezen oplopen tot ca. 15%. Hierbij wordt er van uit gegaan dat de natuurlijke ventilatie van kuil goed is (niet hoger dan 2 meter en breder dan 5m en niet op een beschutte plaats), dat de wortels gezond zijn, er weinig verontreinigingen (blad, grond, onkruid, etc) in de partij zit en dat de wortels goed gekopt en zo weinig mogelijk beschadigd zijn.

Afgedekte kuilen

In volledig met stro en plastic afgedekte kuilen die mechanisch geventileerd werden, konden de verliezen verlaagd worden en ook de kwaliteit van de cichorei was beter (verhoging van inulinegehalte). Echter de extra financiële opbrengsten waren te laag om de gemaakte extra kosten te vergoeden.
Bewaring in kuilen die afgedekt werden met CSV-kleden bleek alleen tot vergelijkbare resultaten als de onafgedekte kuilen te leiden als het kleed tijdens de perioden dat er geen vorstschade dreigde zover mogelijk werd opgerold om natuurlijke ventilatie mogelijk te maken. Wanneer dit niet gedaan werd, waren de verliezen hoger dan die van de onafgedekte kuilen. Het voordeel van CSV-kleden is dat afdekking tijdens vorstperioden eenvoudiger is te realiseren.
Bewaring in kuilen die afgedekt waren met Toptex leverde iets hogere verliezen op dan de bewaring in onafgedekte hopen. Echter dit is slechts in één jaar onderzocht, zodat het niet mogelijk is om definitieve conclusies te trekken.

Het te velde laten staan van cichorei

Bewaring in kuilen is ook vergeleken met het te velde laten staan van het gewas. De conclusie uit dit onderzoek is dat de inulineverliezen in het veld bij handoogst kleiner of gelijk waren aan die van bewaring in onafgedekte kuilen. Echter, het is te verwachten dat er bij machinale oogst, m.n. op kleigronden, door de slechte bodemomstandigheden in januari meer verliezen zullen optreden en meer tarra geoogst zal worden. Voor kleigonden is het te velde laten staan van het gewas daarom niet aan te bevelen; voor zandgronden zou dit wel overwogen kunnen worden.

Sclerotinia

In het uitgevoerde onderzoek is ook aandacht besteed aan Sclerotinia. Hierbij kwam naar voren dat er in principe mogelijkheden zijn om Sclerotinia te bestrijden voordat de kuilen aangelegd worden. Echter momenteel zijn hiervoor geen middelen toegelaten.

Conclusies

Cichorei kan het beste bewaard worden in onafgedekte hopen. Afdekken is alleen gewenst indien de temperatuur in kuil onder het vriespunt dreigt te komen. Voor een goed bewaarresultaat zijn de volgende punten belangrijk:

  • De kwaliteit van de cichoreiwortels die bewaard moeten worden, moet goed zijn: geen zieke wortels (Sclerotinia), geen verontreinigingen (blad, grond, onkruid, etc.), goed gekopt (eventueel iets dieper) en zo weinig mogelijk beschadigd. Ten aanzien van Sclerotinia is het aan te raden om voor de oogst reeds het perceel te controleren en hiermee niet te wachten tot na de oogst.
  • Natuurlijke ventilatie moet zoveel mogelijk bevorderd worden: de hoop niet op een beschutte plek storten en niet te hoog en te breed maken. Een hoogte van 1,5 meter is beter dan 2,5 meter.
  • Tijdens vorstperioden moet de temperatuur in de cichoreihoop (ca. 50 cm uit de rand) altijd boven het vriespunt blijven. Het is daarvoor noodzakelijk om de weersverwachting (m.n. temperatuur en wind) in de gaten te houden en zo nodig de hoop tijdelijk af te dekken. Het is gewenst om de temperatuur in de kuil te meten. Met name wanneer de kuil onder koude omstandigheden is gestort, kan de temperatuur in de kuil in het begin snel onder het vriespunt komen.