Publicatie datum: 28-05-2010
Bestrijdingsstrategie in wintertarwe
Momenteel begint in veel tarwegewassen het vlagblad te verschijnen of is dit inmiddels geheel zichtbaar. Dit betekent dat het tijdstip van de 'afrijpingsziekten'-bestrijding (T2-bespuiting) is genaderd.
Door het droge en koele weer is de ziekteaantasting tot op heden echter beperkt gebleven. In veel tarwegewassen is alleen wat bladvlekkenziekte (Septoria) te vinden en bij de hiervoor gevoelige rassen hier en daar wat meeldauw. Er zijn incidenteel meldingen van wat gele roest, maar dit betreft alleen rassen waarvan bekend is dat ze gevoelig voor deze ziekte zijn.
Vrijwel alle rassen die op de Nederlandse Aanbevelende Rassenlijst staan, zijn echter resistent tegen gele roest. De nieuwste rassen op de rassenlijst zijn bovendien niet alleen resistent tegen gele roest, maar hebben ook hele goede resistentiecijfers tegen bruine roest, meeldauw en [INVALID URL]. Enkele voorbeelden van deze gezonde nieuwkomers zijn Julius en Tabasco, maar ook rassen als Lincoln, Alves en Marconi zijn zeer gezond.
De vraag doet zich nu voor of je als teler op deze rassen, die er momenteel dus nog zeer gezond bij staan en soms ook nog een vroege gewasbespuiting hebben gehad, op dit moment een ziektebestrijding moet uitvoeren. [INVALID URL] heeft uitgewezen dat de T2-bespuiting weliswaar de belangrijkste bespuiting is en niet moet worden overgeslagen, maar uitstellen van de bespuiting is mogelijk. Wanneer de T2-bespuiting kan worden uitgesteld tot de bloei van de tarwe, kan in één keer ook een eventuele aarfusarium-infectie worden bestreden. Op deze manier worden kosten bespaard en is de vaak moeilijke afweging, om na een T2-bespuiting wel of geen aanvullende aarfusariumbestrijding uit te voeren, niet meer nodig. Voor de bespuiting tijdens de bloei dient dan wel een middel gekozen te worden dat aarfusarium (+ de diverse bladziekten) bestrijdt.