Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-12-2002

Bestrijding vuilboomluis in consumptieaardappelen

Hoe kan de vuilboomluis worden bestreden:

  • Dit kan met een bespuiting met 0,6 l/ha Plenum 25 WP, een middel dat sinds juli 2002 in de handel is.
  • Het lijkt erop dat in bepaalde gevallen ook een lagere dosering een goed bestrijdend effect geeft, maar er is meer onderzoek nodig om dit duidelijk te krijgen.
  • Karate, ook meerdere bespuitingen met 0,15 l/ha, gaf geen duidelijk bestrijdend effect op de vuilboomluis.
  • De wegedoornluis bleek wel goed bestreden te kunnen worden door twee bespuitingen met 0,15 l/ha Karate met 14 dagen tussen de beide bespuitingen.
  • Tot 2002 werd de wegedoornluis de vuiboomluis genoemd. De wegedoornluis leeft vooral in de onderste helft van het aardappelgewas en is citroengeel gekleurd.
  • De vuilboomluis komt de laatste jaren steeds vaker in Nederland voor, is donkerder gekleurd en koloniseert de hele plant.

Inleiding

In 1996 was het moeilijk bladluizen in aardappelen te bestrijden. Er werden veel middelen gespoten, grote hoeveelheden, veel mengsels, maar het effect viel veelal tegen. De indruk was dat de vuilboomluis hiervan de belangrijkste oorzaak was. (Deze vuilboomluis (Aphis nasturtii) heeft vanaf 2001/2002 een andere Nederlandse naam gekregen, namelijk wegedoornluis.) Deze luizensoort, die vooral onder in het gewas leeft, was moeilijk te doden.

Proefopzet en resultaten 1999 en 2000

Daarom is in 1999 onderzoek gestart met enkele spuitstrategieën, waterhoeveelheden, tijdstippen van beginbespuitingen en een pootvoorbehandeling met imidacloprid.
In de aangelegde proeven ontwikkelden zich nauwelijks wegedoornluizen, terwijl dit in sommige praktijkpercelen wel het geval was. In 2000 bleek dat op verschillende percelen in het zuidwesten aardappelen vervroegd afstierven en dat dit veroorzaakt werd door Aphis frangulae, nu vuilboomluis genoemd, een luizensoort die eerder niet was opgevallen. Bovendien bestond de indruk dat de problemen zich vooral voordeden op percelen waar regelmatig met pyrethroïden was gespoten.

Conclusie 1999 en 2000

Uit de resultaten van de eerste twee jaar bleek dat de pootvoorbehandelingen met imidacloprid in de beide in Lelystad uitgevoerde proeven geen fytotoxisch effect te zien gaven. Er was geen verschil in aantal stengels. Ook gaf deze behandeling met imidacloprid een redelijke basisbescherming tegen de wegedoornluis. In 2000 bleven de planten op de objecten waarvan de pootvoor was behandeld met 0,5 l imidacloprid per ha tot begin augustus vrij van wegedoornluis; hoewel dit aantal alleen bij de waarneming op 11 juli lager was dan die op het onbehandelde object.

Proefopzet en resultaten 2001 en 2002

In 2001 is de proefopzet gewijzigd. Er zijn toen luizen gekweekt (wegedoornluis en vuilboomluis) en in heel kleine kooitjes op het blad geplaatst en vervolgens zijn de effecten van verschillende bespuitingen vastgesteld. Plenum en middel X bleken toen tegen beide soorten goed te werken, Karate bleek nauwelijks effectief te zijn tegen de vuilboomluis, maar een herhaalde bespuiting bleek wel werkzaam te zijn tegen de wegedoornluis.
Vervolgens werd in 2002 Plenum toegelaten in aardappelen en zijn op een praktijkperceel waarop eind augustus veel vuilboomluizen voorkwamen, enkele spuitstrategieën met Plenum getest. Op 5 en 12 september zijn op het nog resterende groene blad bladluizen geteld. Toen bleek dat Plenum in alle objecten de vuilboomluis afdoende had gestreden.

Conclusies 2001 en 2002

Alle geteste combinaties met Plenum (300 gram en 600 gram middel per hectare, met en zonder 200 ml Zipper per hectare, met 250 l water en 500 l water) gaven een goede bestrijding van de vuilboomluis te zien.
Alle behandelingen met Plenum waren betrouwbaar beter dan onbehandeld en tussen de behandelingen met Plenum kwamen geen betrouwbare verschillen voor.