Publicatie datum: 11-05-2011
Bestrijding van wortelonkruid in graan, gras en bieten
Vanaf nu is het van belang om ieder goed moment te benutten om wortelonkruid te bestrijden. Voor een goede wortelonkruidbestrijding is het van belang dat de luchtvochtigheid boven de 60% ligt. Dat geldt niet alleen voor het moment van spuiten, maar ook voor de volgende dag. Daarbij moet het wortelonkruid goed aan de groei zijn en dus niet ziek gespoten zijn. Na een (klein) buitje is de opname beter, wat de werking bevordert. Verder is het van belang ’s ochtends vroeg of ’s avonds laat te spuiten. De werking van de middelen is onder deze afgeharde omstandigheden matig, houd bovenstaande spelregels dus aan en zorg voor een optimale spuittechniek. Lang wachten tot de meest optimale omstandigheden is niet aan te raden aangezien de eerste distels al in de knop beginnen te komen.
Tarwe
Kies bij veenwortel of haagwinde voor 1 ltr Primstar + 1 ltr MCPA. Kies bij distels of hoefblad voor 30 gr Ally SX + 1 ltr MCPA. Zowel Primstar als Ally SX hebben een toelating tot verschijnen van het vlagblad.
Graszaad
Spuit 2 ltr MCPA, voeg bij veenwortel, haagwinde of aardappelopslag 0,75 ltr Starane toe. Bij graszaad zit geen etiketbeperking op het moment van spuiten voor wat betreft de gewasontwikkeling. Een toepassing als de aar aanwezig is kan echter opbrengst kosten.
Suikerbieten
Bij wortelonkruid geldt alleen een pleksgewijze toepassing van Lontrel in een dosering van 0,3% Lontrel + olie. Dat houdt bijvoorbeeld in 1,5 ltr Lontrel + 1 ltr olie in 500 ltr water.