Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-04-2006

Bestrijding van duist in wintertarwe

Duist, en speciaal resistente duist, is één van de grootste problemen in het graantelend gebied het Oldambt. De wintertarwegewassen ondervinden sterke concurrentie van de groeiende duistpopulatie, hetgeen ten koste gaat van de opbrengst. De inzet en kosten van de toegepaste herbiciden nemen toe aangezien resistentie tegen veelgebruikte en relatief goedkope middelen (zoals isoproturon) zich verder uitbreidt. Gelijktijdig neemt het bestrijdingsresultaat af. Belangrijk voor de telers is dat er voldoende, recente informatie is over de aanwezigheid van resistentie en het te verwachten bestrijdingseffect van bestaande en ook nieuwe (nog niet toegelaten) middelen.

In 2003 is daarom opnieuw onderzoek gestart om vast te stellen met welke middelen(combinaties) resistente duist nog kan worden bestreden. Het onderzoek beperkte zich tot de chemische bestrijding van duist. Niet-chemische benaderingen (zoals vals zaaibed, ploegen, vruchtwisseling) maakten geen deel uit van het onderzoek.

Proefopzet

Op basis van ervaringen in voorgaand onderzoek en contacten met de gewasbeschermingsmiddelenindustrie is een selectie van gangbare en potentieel interessante middelen in wintertarwe gemaakt. In een jaarlijkse veldproef op proefboerderij Ebelsheerd is van 2003 t/m 2005 vooral onderzocht in hoeverre met toegelaten middelen de aanwezige (resistente) duist kon worden bestreden. Daarnaast zijn er enkele nog niet toegelaten middelen in het onderzoek meegenomen.

Resultaten

De bezetting met duist op de proefpercelen wisselde sterk van jaar tot jaar. In 2005 was de bezetting hoog, in 2004 vrij laag en in 2003 heel laag. Dit heeft de resultaten in sterke mate beïnvloed. Alleen in 2005 werd een aanzienlijk (en significant) effect van de duistbezetting op de opbrengst vastgesteld. In 2004 waren er wel betrouwbare verschillen in duistbestrijding maar geen verschillen in opbrengst. En in 2003 waren er zowel in duistbestrijding als in opbrengst geen significante verschillen (zie tabel).

Tabel. Effect diverse strategieën op bestrijding van (resistente) duist; Ebelsheerd 2003-2005.
Voor opkomst2-bladVroege voorjaarBestrijding (%)
200320042005
onbehandeldonbehandeldonbehandeld
2,5 IPU + 2 Stomp040
2,5 IPU + 2,5 Javelin740
2,5 IPU + 2,5 Javelin1003114
2,5 IPU983618
2,5 IPU + 2 Stomp1001652
5,0 IPU982449
1,2 Puma SEW905059
2,5 IPU + 4 Boxer993866
2,5 IPU + 1,2 Puma SEW856759
  0,2 Topik975175
 2,5 IPU + 0,6 H* 995873
  2,5 IPU + 0,2 Topik9763 
 2,5 IPU + 0,6 H*2,5 IPU + 1,2 Puma SEW9783 
 2,5 IPU + 2,5 Javelin2,5 IPU + 1,2 Puma SEW9788 
 2,5 IPU + 4 Boxer2,5 IPU + 0,2 Topik9991 
  0,5 Atlantis98100100
2,5 IPU + 2,5 Javelin 0,5 Atlantis  100
 2,5 IPU + 0,6 H*0,5 Atlantis  100

*niet toegelaten middel

Het bestrijdingseffect van herbiciden op duist is afhankelijk van de effectiviteit van het middel, van de omstandigheden van toepassing (o.a. weer, grond, gewas), het ontwikkelingsstadium van de duist en/of van mogelijk aanwezige resistentie(s). Ook adaptatie (waarbij micro-organismen in de grond een bodemherbicide versneld afbreken) kan een rol spelen. Dit is een complex van factoren die het niet gemakkelijk maakt het bestrijdingseffect van tevoren in te schatten en zelfs niet achteraf te verklaren.
Zowel in 2004 als in 2005 was het bestrijdingseffect van de najaarsbespuitingen heel matig. De omstandigheden waren weliswaar niet altijd even gunstig, maar ook onder goede omstandigheden was het effect beperkt. Vermoedelijk heeft resistentie hierbij een rol gespeeld, maar mogelijk is de effectiviteit van de middelen ook beperkt. Het verschil in bestrijdingseffect tussen een toepassing vóór opkomst en een toepassing na opkomst (2-3 blad stadium) is niet duidelijk geworden. Tussen jaren en middelen was het effect enigszins anders.

Conclusies

De bestrijdingseffecten van de diverse strategieën varieerden nogal sterk van jaar tot jaar. Enerzijds werd dit vermoedelijk veroorzaakt door de weersomstandigheden in het najaar (denk aan werking van bodemherbiciden), anderzijds zal ook de aanwezige resistentie een rol hebben gespeeld. Voor een juiste bestrijdingsstrategie van duist is het daarom noodzakelijk te weten of er resistentie aanwezig is, tegen welke middelen en in welke mate.
De opbrengstderving die in een perceel tarwe kan ontstaan bij grote aantallen duisthalmen is in 2004, maar vooral in 2005 duidelijk aangetoond (zie figuur). De noodzaak om goed werkende maatregelen ter beschikking te hebben om (resistente) duist te bestrijden is hiermee naar voren gekomen. Het middel Atlantis heeft in de proeven hele goede resultaten laten zien en lijkt. Dit middel lijkt, in ieder geval op de korte termijn, een oplossing te bieden voor de problemen die er zijn met resistente duist.
Om de werkzaamheid van dit middel zo lang mogelijk te behouden is het nodig dit middel selectief in te zetten en het zoveel mogelijk vooraf te laten gaan door een najaars- of winterbespuiting. Aangeraden wordt alleen bij veel overgebleven resistente duist in het voorjaar Atlantis toe te passen. De andere voorjaarsmiddelen, Puma en Topik, hebben vooral op niet resistente duist een prima werking.
Toevoeging van een minerale olie of plantaardige olie is verder aan te bevelen om ook onder minder gunstige omstandigheden de werking van het product (zo nodig) te ondersteunen.

Figuur. Effect van aantal duisthalmen op rel. korrelopbrengst van wintertarwe; Ebelsheerd 2004-2005.