Publicatie datum: 15-10-2006
Bestrijding van bladvlekkenziekte in zomergerst
Door onvoldoende kennis over de ziekte, de bestrijdingsmogelijkheden en de bestrijdingsstrategie worden gerstgewassen regelmatig zwaar aangetast door bladvlekkenziekte (Rhynchosporium secalis). Van 2003-2005 zijn veldproeven uitgevoerd op de PPO-proefboerderij Kooijenburg en het PPO-proefbedrijf in Lelystad met als doel het verkrijgen van een bestrijdingsstrategie tegen de bladvlekkenziekte waarmee telers opbrengstderving en kwaliteitsverlies tegen kunnen gaan.
Door rassenkeuze, middelenkeuze en spuiten op het juiste tijdstip kan een ernstige aantasting voorkomen worden, hoewel geen van de middelen het gewas geheel schoon kan houden. De kosten van gewasbespuitingen zijn relatief hoog en een kritische afweging van de noodzaak van ziektebestrijding loont de moeite.
Inleiding
Door onvoldoende kennis over de ziekte, de bestrijdingsmogelijkheden en de bestrijdingsstrategie worden gerstgewassen regelmatig zwaar aangetast door bladvlekkenziekte (Rhynchosporium secalis). Plaatselijk veroorzaakt dit aanzienlijke opbrengstdervingen en kwaliteitsverlies. Met name in het Noordoostelijk zand-/dalgebied (het grootste teeltgebied van brouwgerst in Nederland) is deze bladziekte een groot probleem.
Besmettingsbronnen voor de ziekte zijn o.a. gewasresten (ook stroresten die van 2 jaar eerder weer zijn boven geploegd) m.n. in een krappe vruchtwisseling (telers die soms 1 op 2 telen hebben een duidelijk hogere en vroegere ziektedruk dan telers die 1 op 4 telen). Ook kan de ziekte overgaan via (niet goed) zaaizaad; dit speelt vooral een rol bij telers die eigen zaad gebruiken.
Vanuit de praktijk komen er daarom vele vragen naar de bestrijdingsmogelijkheden. Gewasbespuitingen zijn mogelijk maar geven soms een teleurstellend resultaat omdat er niet op het juiste tijdstip wordt gespoten.
De schade die optreedt is moeilijk in te schatten, maar een flinke aantasting zal gemakkelijk 1 ton/ha (of meer) aan opbrengst kosten. Daarnaast wordt ook de (brouw)kwaliteit negatief beïnvloed door o.a. een minder goede korrelvulling. Van 2003-2005 zijn veldproeven uitgevoerd op de PPO-proefboerderij Kooijenburg en het PPO-proefbedrijf in Lelystad met als doel het verkrijgen van een bestrijdingsstrategie tegen de bladvlekkenziekte waarmee telers opbrengstderving en kwaliteitsverlies tegen kunnen gaan.
Proefopzet
Er zijn verschillende teeltmaatregelen die een rol spelen bij het tegengaan of bestrijden van bladvlekkenziekte. De belangrijkste hiervan zijn de rassenkeuze en een gewasbespuiting met een fungicide. Ook het tijdstip van zaaien zou een rol kunnen spelen bij het voorkomen van een ernstige aantasting.
Zaaitijdstip
Het tijdstip van zaaien is mogelijk ook van invloed op de mate van aantasting. Vanuit de praktijk komen geluiden dat vooral vroeg gezaaide percelen erg gevoelig zijn en zwaarder worden aangetast dan later gezaaide gewassen. Is het zinvol om later te zaaien om zo een zware aantasting van bladvlekkenziekte te voorkomen?
Rassenkeuze
Het al jaren geteelde brouwgerstras Reggae is erg gevoelig voor bladvlekkenziekte. Er zijn inmiddels nieuwere rassen met een betere resistentie. De verschillen zijn echter beperkt en er staan nog geen rassen op de rassenlijst die een hele goede resistentie laten zien. Kunnen de huidige meest resistente rassen met minder of zonder fungicidebespuitingen worden geteeld?
Ras | Resistentiecijfer |
Arcadia | 7,5 |
Saloon | 7,5 |
Barke | 7 |
Class | 7 |
Extract | 7 |
Prestige | 7 |
Cellar | 6,5 |
Reggae | 5,5 |
Tijdstip van spuiten
In de gerstteelt/graanteelt zijn twee belangrijke tijdstippen waarop overwogen moet worden een ziektebestrijding uit te voeren:
- T1: vroege bespuiting in stadium 30-31 (einde uitstoelingsfase - begin stengelstrekking)
- T2: bespuiting in stadium 49-51 (tevoorschijn komen van de aar).
De vroege bespuiting is vooral bedoeld om een beginnende aantasting af te remmen. De bespuiting bij in aar komen heeft als doel de ziekte te bestrijden en het gewas daarna zo lang mogelijk gezond te houden. Kan de bladvlekkenziekte in gerst met één bespuiting op T2 voldoende bestreden worden (veelal praktijksituatie) of is ook een bespuiting op T1 nodig en rendabel?
Middelenkeuze
Belangrijkste aspect bij de bestrijding van bladvlekkenziekte is de toepassing van fungiciden. Vraag is welk middel bestrijdt de bladvlekkenziekte het beste?
Resultaten
In 3 van de 5 proeven is bladvlekkenziekte opgetreden en in deze proeven kon het effect van diverse aspecten (zaaitijd, resistentie van het ras, middelen, tijdstip van spuiten) op gewasgezondheid, korrelopbrengst en korrelkwaliteit worden nagegaan.
Zaaitijdstip
In 2003 (lichte aantasting bladvlekken) en 2004 (zware aantasting) werd het effect van zaaitijdstip onderzocht. In beide jaren was de aantasting met bladvlekken in de vroege zaai zwaarder dan in de latere zaai; dit bevestigde de geluiden uit de praktijk. De opbrengst (in ton per ha) op beide zaaitijdstippen was echter niet betrouwbaar verschillend, zowel niet bij het onbehandelde object als bij het beste behandelde object. Vanuit het oogpunt van bladvlekkenziektebestrijding had het geen voordelen om vroeger dan wel later te zaaien. Het advies om zomergerst zo vroeg mogelijk te zaaien i.v.m. opbrengstzekerheid, kwaliteit etc. dient daarom gehandhaafd te blijven.
Object | 2003 | 2004 | ||
vroeg | laat | vroeg | laat | |
onbehandeld | 6,8 | 6,7 | 5,5 | 5,7 |
2x gespoten | 7.4 | 7.6 | 6.5 | 6.5 |
Rassen
Alleen in de proef in 2005 op Kooijenburg konden de verschillen goed beoordeeld worden vanwege een voldoende mate van aantasting. Class vertoonde minder aantasting en had een 1.100 kg hogere opbrengst dan Reggae bij onbehandeld. Het effect van de diverse strategieën op de opbrengst (in ton per ha) verschilde niet significant tussen beide rassen. Bij het voor bladvlekken gevoelige ras Reggae was het wel groter (max. 1.100 kg/ha) dan bij Class (max. 800 kg/ha). Dit betekende dat de kosten van de bestrijdingen bij Class minder snel werden goedgemaakt en dat het financieel rendement van de bestrijdingen lager was. Na aftrek van de kosten voor bespuiten leverde Class onbespoten het beste rendement, ondanks de zware aantasting in 2005. Bij Reggae leverden wel enkele strategieën een positief rendement op.
Object | 2005 Reggae | 2005 Class |
onbehandeld | 6,3 | 7,4 |
2x gespoten | 7.4 | 8.2 |
Aantal gewasbespuitingen
Voor het bereiken van de hoogste opbrengst was het in 2005 nodig om twee bespuitingen uit te voeren; echter in 2003 en 2004 was één bespuiting bij het in aar komen hiervoor voldoende. Gemiddeld over 3 jaar was het positieve effect van 2 bespuitingen t.o.v. 1 bespuiting bij Reggae ca. 200 kg/ha (variërend van 0 tot 400 kg per ha). Bij Class was het effect ongeveer de helft van het effect bij Reggae. Voor het goedmaken van de kosten van deze extra bespuiting was minimaal 300 kg/ha nodig. Gemiddeld over de 3 onderzoeksjaren kon een extra bespuiting met een 0.75 l/ha Opus Team op T1 economisch gezien niet uit, zelfs niet bij een ziektengevoelig ras als Reggae terwijl in 2 van de 3 jaren een zware aantasting was opgetreden.
Middelenkeuze
Alle bespuitingen hadden een bestrijding van de bladvlekkenziekte tot gevolg; het verschil tussen de middelen was beperkt. Het effect van Acanto en Comet was iets sterker dan van Opus Team. Toch was geen van de middelen/strategieën in staat om het gewas lang schoon te houden. Uiteindelijk werden alle objecten zwaar aangetast, bij de bespoten objecten alleen op een later tijdstip.
DC 30-31 | DC 49-51 | opbrengst (kg/ha) | relatief | ||||
2003 | 2004 | 2005 | 2003 | 2004 | 2005 | ||
onbehandeld | onbehandeld | 6.82 | 5.48 | 6.28 | 100 | 100 | 100 |
onbehandeld | 1,5 Opus Team | 6.86 | 6.12 | 6.53 | 101 | 112 | 104 |
0,75 Opus Team | 0,75 Opus Team | 7.05 | 6.28 | 7.17 | 103 | 115 | 114 |
0,75 Opus Team | 1,5 Opus Team | 7.03 | 6.03 | 6.98 | 103 | 110 | 111 |
0,75 Opus Team | 1,0 Acanto + 0,8 Opus | 6.37 | 7.20 | 116 | 115 | ||
onbehandeld | 1,0 Acanto + 0,8 Opus | 6.33 | 6.92 | 116 | 110 | ||
0,5 Acanto + 0,8 Opus | 0,5 Acanto + 0,8 Opus | 6.30 | 7.43 | 115 | 118 | ||
onbehandeld | 0,8 Comet + 0,8 Opus | 6.39 | 6.77 | 117 | 108 | ||
0,4 Comet + 0,8 Opus | 0,4 Comet + 0,8 Opus | 6.53 | 6.95 | 119 | 110 | ||
0,75 Opus Team | 0,8 Comet + 0,8 Opus | 6.48 | 7.16 | 118 | 114 | ||
0,5 Acanto + 0,25 Tilt | 0,5 Acanto + 0,25 Tilt | 7.44 | 7.34 | 109 | 117 | ||
onbehandeld | 1,0 Acanto + 0,25 Tilt | 6.95 | 102 | ||||
0,75 Opus Team | 0,5 Acanto + 0,25 Tilt | 7.15 | 105 | ||||
0,75 Opus Team | 1,0 Acanto + 0,25 Tilt | 6.87 | 101 | ||||
0,75 Opus Team | 1,25 Twist | 7.35 | 108 | ||||
0,75 Opus Team | 1, 0 Allegro | 7.17 | 105 |
In tabel 4 zijn de opbrengsten vermeld van de diverse strategieën bij Reggae bij vroege zaaitijdstippen. De aantastingen bij deze proefonderdelen waren het zwaarst en de effecten van de bespuitingen op de opbrengst het grootst. De maximale meeropbrengst bedroeg ruim 1 ton/ha. De onderlinge verschillen in opbrengsteffect tussen strategieën met Acanto en Comet waren beperkt; het effect van Opus Team was iets minder sterk dan van Acanto en Comet.
Rendement
De kosten van de verschillende middelen/strategieën waren wel sterk verschillend. De goedkoopste strategie (1x volle dosering Opus Team) was meer dan de helft goedkoper dan de duurste strategie (2x halve dosering Comet+Opus). Gemiddeld over 3 jaar gaf 2x spuiten van een halve dosering Opus Team het hoogste rendement. Hoewel Opus Team niet het sterkste middel bleek tegen bladvlekkenziekte had het middel wel een goede prijs/kwaliteit verhouding. Enkele strategieën met Acanto en Comet gaven in jaren met een zwaardere aantasting (2004 en 2005) een betere bestrijding, maar waren ook duurder.
De kosten van ziektenbestrijdingen bleken tijdens het onderzoek, in verhouding tot de meeropbrengst die er door behaald werden, hoog. Zelfs bij een gevoelig ras als Reggae leverden de meeste strategieën netto een minder resultaat op dan het onbehandelde object.
DC 30-31 | DC 49-51 | kosten | netto financiële opbrengst | ||||
middel | spuiten | totaal | 2003 | 2004 | 2005 | ||
0,75 Opus Team | 0,75 Opus Team | 45 | 26 | 71 | 845 | 745 | 861 |
onbehandeld | onbehandeld | 0 | 0 | 0 | 887 | 713 | 817 |
onbehandeld | 1,5 Opus Team | 45 | 13 | 58 | 834 | 738 | 791 |
0,75 Opus Team | 1,5 Opus Team | 68 | 26 | 94 | 821 | 690 | 813 |
onbehandeld | 1,0 Acanto + 0,8 Opus | 74 | 13 | 87 | 736 | 813 | |
onbehandeld | 0,8 Comet + 0,8 Opus | 82 | 13 | 95 | 764 | 785 | |
0,5 Acanto + 0,8 Opus | 0,5 Acanto + 0,8 Opus | 98 | 26 | 124 | 695 | 842 | |
0,75 Opus Team | 0,8 Comet + 0,8 Opus | 105 | 26 | 131 | 738 | 799 | |
0,75 Opus Team | 1,0 Acanto + 0,8 Opus | 97 | 26 | 123 | 706 | 813 | |
0,4 Comet + 0,8 Opus | 0,4 Comet + 0,8 Opus | 106 | 26 | 132 | 743 | 771 | |
0,75 Opus Team | 1,25 Twist | 54 | 26 | 80 | 875 | ||
0,5 Acanto + 0,25 Tilt | 1,0 Acanto + 0,25 Tilt | 77 | 26 | 103 | 864 | 851 | |
0,75 Opus Team | 0,5 Acanto + 0,25 Tilt | 62 | 26 | 88 | 843 | ||
0,75 Opus Team | 1,0 Allegro | 79 | 26 | 105 | 827 | ||
onbehandeld | 1,0 Acanto + 0,25 Tilt | 64 | 13 | 77 | 826 | ||
0,75 Opus Team | 1,0 Acanto + 0,25 Tilt | 87 | 26 | 113 | 781 |
Kwaliteit van de gerst
Ziektebestrijding had een positief effect op de korrelkwaliteit; vooral de grootte en het gewicht van de korrels nam toe. Het eiwitgehalte werd in geen van de proeven beïnvloed door de bespuitingen. Ook als de korrelopbrengst en de korrelgrootte verhoogd werden door ziektebestrijding bleef het eiwitgehalte onveranderd.
Conclusies
De schade door bladvlekkenziekte kan meer dan 1 ton/ha bedragen. Door rassenkeuze, middelenkeuze en spuiten op het juiste tijdstip kan een ernstige aantasting voorkomen worden, hoewel geen van de middelen het gewas geheel schoon kan houden. De kosten van gewasbespuitingen zijn relatief hoog en een kritische afweging van de noodzaak van ziektebestrijding loont de moeite.
De beste strategie vanuit ziektebestrijding en financieel oogpunt is:
- normaal tijdstip zaaien,
- ras met redelijke resistentie kiezen
- vroege bespuiting op T1 achterwege laten; onder omstandigheden van grotere risico's (ras als Reggae, zomergerst als voorvrucht, natte weersomstandigheden) eventueel kiezen voor voordelige T1-bespuiting (0,75-1,0 liter Opus Team).
- bij in aar komen gewas beoordelen op bladvlekkenziekte en eventueel andere voorkomende bladschimmels; middel en dosering aanpassen op situatie:
o bij geen aantasting/ weinig risico: bespuiting achterwege laten o bij lichte aantasting bladvlekken/ weinig risico: 0,75-1,5 l/ha Opus Team o bij zwaardere aantasting/meer risico: 0,5-1,0 l/ha Acanto (+triazool) o inmiddels is een nieuw fungicide, Fandango, voor gerst toegelaten met een sterke werking op o inmiddels is een nieuw fungicide, Fandango, voor gerst toegelaten met een sterke werking op bladvlekkenziekte. Hoewel hiermee geen ervaringen in het onderzoek zijn opgedaan, lijkt het de moeite waard dit middel mee te nemen in de overwegingen van een bespuiting op T2.