Publicatie datum: 16-04-2009
Bestrijding van bewaarziekten in pootaardappelen met knoflook
SPNA en HLB hebben in het samenwerkingsverband stichting SON onderzoek uitgevoerd naar het effect van knoflookmiddelen op bewaarziekten van aardappelen. Van knoflook is bekend dat het een verdrijvend effect heeft op insecten, zoals trips en luis. Om het effect te bepalen op schimmelziekten in de bewaring van pootaardappelen en van bodemschimmels in de pootaardappelteelt werden in de jaren 2006 t/m 2008 laboratorium-, kas- en veldproeven uitgevoerd.
Op basis van de verkregen resultaten van de veldproeven en de bewaarproef moet worden geconcludeerd dat de knoflookmiddelen onder praktijkomstandigheden geen perspectief bieden voor de beheersing van bewaarziekten in aardappelen.
Onderzoek
Labtoetsen
In het onderzoek zijn de middelen Alsa, Look en Milvri Garlex getoetst. Dit zijn vloeibare middelen op basis van knoflookextracten. Om na te gaan of deze middelen een effect hebben op bewaarziekten en welke dosering tot een goed resultaat leidt, zijn een aantal toetsen uitgevoerd. In een in vitro-toets is het effect van de middelen op droogrot (veroorzaakt door Fusarium spp.), Phoma-rot (veroorzaakt door Phoma foveata) en onderzocht in verschillende doseringen (variërend van 0,0001 tot 10 %). In deze proeven bleek Alsa een goede werking te hebben op droogrot en op Phoma-rot. Het middel Alsa gaf bij een concentratie van 10% een volledige remming van de groei van zowel Phoma foveata als Fusarium spp. Look en Milvri Garlex (10%) heeft de groei van Phoma en Fusarium iets weten te beperken. De 1%-dosering van alle middelen gaf onvoldoende werking op Phoma en Fusarium. Verder is de werking van de middelen in de dosering van 1, 10 en 100% onderzocht op de werking tegen zilverschurft (veroorzaakt door Helminthosporium solani). Bij het toedienen van een onverdund middel was de werking goed. Bij de lagere doseringen was de werking matig tot slecht.
Emmertoets
Om inzicht te krijgen in de werking van de middelen op Rhizoctonia solani werd een emmertoets uitgevoerd waarin Alsa, Look en Milvri Garlex werden getoetst. Knollen, in het witte puntjes stadium, zwaar bezet met vitale sclerotiën werden gedompeld in 1, 10 en 100% oplossingen. De effecten werden vergeleken met onbehandeld en een behandeling met een 4% oplossing van Moncereen. Alsa gaf een goede bescherming van de kiemen van de aardappel. Het nadelige effect van Alsa was echter dat het middel de knollen zo ernstig verzwakte dat andere schimmels de knol ernstig hebben kunnen aantasten. Om deze reden is Alsa niet meer meegenomen in het verdere onderzoek. Look en Milvri Garlex hebben in de emmertoets een matig effect op kiemaantasting door R. solani laten zien en hadden geen fytotoxisch effect op de knol. De emmertoets werd herhaald met de middelen Look en Milvri Garlex, maar in deze toets was de werking op Rhizoctonia minder duidelijk dan bij de eerste uitvoering van de toets.
Toets onder praktijkomstandigheden
Om de knoflookmiddelen onder praktijkomstandigheden te toetsen, zijn op proefboerderij Kollumerwaard veldproeven uitgevoerd met Look en Milvri Garlex. Het voorkomen van aantasting door zilverschurft en Rhizoctonia vanaf de moederknol op de nateelt is gedurende drie jaar onderzocht. In het eerste jaar zijn de besmette knollen gedompeld in 1% en 10% oplossingen van Look en Milvri Garlex. In het tweede en derde jaar zijn de proeven uitgebreid met een grondbehandeling tijdens het poten.
In het tweede en derde jaar werd ter beheersing van zilverschurft ook een na-oogst behandeling in de proef opgenomen. De middelen werden aan de knollen toegediend m.b.v. schijfvernevelaar of tijdens het poten door een rijenbehandeling.
Resultaten
Rhizoctonia
De matige bescherming van jonge spruiten door Look en Milvri Garlex, zoals in de emmertoets tegen Rhizoctonia naar voren kwam, is onder praktijkomstandigheden niet haalbaar. Beide middelen hebben geen significant effect ter voorkoming van aantasting vanaf de moederknol of vanuit de bodem van de nieuw gevormde knollen. Ook wat betreft dosering en toepassingsmethode (knol- of rijenbehandeling) werd geen verschil in de aantasting waargenomen.
Zilverschurft
De veldproeven met Look en Milvri Garlex hebben ook een tegenvallend resultaat opgeleverd bij de beheersing van zilverschurft. Onder laboratoriumomstandigheden bleken Look en Milvri Garlex de vitaliteit van zilverschurft sterk te kunnen verminderen, zodat de ziekte zich minder snel uitbeidt. De werking onder praktijkomstandigheden is niet volledig en van korte duur gebleken. Ondanks een behandeling van zowel knol als de grond ziet de schimmel onder praktijkomstandigheden voldoende kans om jonge knollen te infecteren.
Knolopbrengst
In enkele veldproeven werden ook de opbrengsten bepaald. Beide knoflookmiddelen lieten geen positief of negatief effect zien op knolopbrengst en maatsortering.
Bewaarproef
Als vervolg op de in-vitro toets werd de werking van de knoflookmiddelen op droogrot en Phoma-rot in een bewaarproef nader bekeken. Om de werking van de middelen goed te kunnen beoordelen werden de knollen, beschadigd en kunstmatig besmet, behandeld met 25%, 50% en 100% oplossingen. De middelen werden toegediend met een schijfvernevelaar.
Ook in deze bewaarproef bleken de knoflookmiddelen geen perspectief te bieden voor de bestrijding van droogrot of Phoma-rot. Look en Milvri Garlex gaven in relatief hoge concentraties geen significant lagere aantastingen te zien ten op zichte van de onbehandelde knollen.
Conclusie
Op basis van de verkregen resultaten van de veldproeven en de bewaarproef moet worden geconcludeerd dat de knoflookmiddelen onder praktijkomstandigheden geen perspectief bieden voor de beheersing van bewaarziekten in aardappelen.