Publicatie datum: 03-06-2009
Besmetting aardappelmoeheid?
Indien er in het aardappelgewas plekken zitten die wat achterblijven in groei, is juni de tijd om te kijken of er soms cysten zitten op de wortels.
Wip met een schop de moederknol op (niet trekken) en controleer de eerste wortels rond de knol op aanwezigheid van cysten. De cysten zijn in dit stadium nog zeer klein en wit van kleur.
Afbeelding 1: Volwassen en afrijpende vrouwtjes op wortel. G. pallida-cysten verkleuren later deze maand naar bruin. G. rostochiensis-cysten verkleuren van wit eerst naar geel en dan naar bruin. Okergeel is dus typisch voor G. rostochiensis.
Vind u cysten, dan loont het de moeite om deze plek dood te spuiten met glyfosaat, om vermeerdering van het aardappelcysteaaltje in diepere grondlagen te voorkomen of te beperken. Het gewas werkt dan alsnog als vanggewas. De aaltjes zijn uit de cysten gelokt, maar voordat er weer nieuwe cysten gevormd worden sterven ze af omdat het aardappelgewas doodgaat.
Let goed op: Het is hierbij van belang dat het aardappelgewas uiterlijk 1 juli helemaal dood is. Is dit niet het geval, dan is de vermeerdering een feit.
Afbeelding 2: Valplek aardappelmoeheid. Nog een beginnende besmetting met enkele achterblijvende planten.
Bedenk goed dat de zichtbare valplek alleen het topje van de ijsberg is. Spuit daarom niet alleen exact de zichtbare valplek, maar hanteer een ruime marge van minimaal 6 meter naast de valplek en het dubbele in de lengterichting van de valplek.
Hou deze besmetting met een AM Intensieve bemonstering goed in de gaten.