Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 14-06-2011

Benutten van de fosfaatvoorraad in akkerbouwgronden

De wereldvoorraad fosfaat is beperkt. Naar verwachting neemt hierdoor de beschikbaarheid van fosfaatmeststoffen vanaf 2030 af en de prijs toe. De fosfaatgebruiksnorm zal naar 2015 toe worden aangescherpt. Door deze 2 factoren zal de fosfaatgift per hectare afnemen en de fosfaatvoorziening van gewassen meer afhankelijk zijn van de fosfaatlevering vanuit de bodem.
In Nederlandse landbouwgrond is circa 1.500 kilo tot 15 ton fosfaat per hectare aanwezig. Afhankelijk van het gewas wordt tijdens de teelt 40-100 kg P2O5/ha aan de bodem onttrokken.

In deze deskstudie zijn de mogelijkheden onderzocht om de benutting van de bodemvoorraad fosfaat door het gewas te verhogen.

Inleiding

In de Nederlandse bodem is circa 1.500 kilo tot 15 ton fosfaat per hectare aanwezig. In de bodemoplossing is slechts 0,04 tot 0,6 mg P2O5/l in beschikbare vorm aanwezig voor het gewas. Om het gewas van voldoende fosfaat te voorzien, zal het opgeloste fosfaat in de bodemoplossing voortdurend moeten worden aangevuld vanuit de fosfaatvoorraad in de bodem. Fosfaat is in de bodem aanwezig als Fe-, Al-, Ca- en Mg-mineralen, geadsorbeerd aan Fe- en Al-hydroxiden, kleiplaatjes en koolzure kalk en ingebouwd in organische stof.
In deze deskstudie zijn de mogelijkheden onderzocht om de benutting van de bodemvoorraad te verhogen.

Uitvoering

Een knelpunt ontstaat wanneer de gebruiksnorm lager is dan de fosfaatbehoefte. De noodzaak om de fosfaatbenutting van de bodemvoorraad te verhogen is dan ook het grootst bij de teelt van gewassen uit de gewasgroepen 0 en 1 bij een lage fosfaattoestand in de bodem (Pw<35). Het percentage percelen in de klasse laag Pw<35 is circa 10-30 en varieert tussen de verschillende grondsoorten. Op zandgrond is het aandeel percelen in de klasse laag veel lager (circa 10%) dan op kleigrond circa 20-30%.

De bodemvruchtbaarheid wordt bepaald door de chemische, fysische en biologische eigenschappen. Voor wat betreft de fysische component geldt dat de structuur van de bodem goed moet zijn voor een goede nutriëntenvoorziening van het gewas. In deze deskstudie is van de onderstaande chemische en biologische opties onderzocht of deze de benutting van de bodemvoorraad fosfaat verhogen:

  • Chemisch
  1. Nieuwe bodemanalysemethoden
  2. Verzurende meststoffen op kalkrijke bodems
  3. Bekalking op zure zand- en veengrond
  4. Startermeststoffen
  5. Silicium
  6. Humuszuren
  • Biologisch
  1. Uitmijning van de bodemvoorraad fosfaat
  2. Gewassen met een efficiënte fosfaatbenutting
  3. Fosfaatoplossende bacteriën en schimmels
  4. Mycorrhiza

Resultaten

Uit de deskstudie is gebleken dat bekalking op zure gronden, het toepassen van siliciumbemesting en het enten met fosfaatoplossende bacteriën en schimmels geen perspectiefvolle oplossingen zijn om de fosfaatbeschikbaarheid in de bodem te verbeteren. Over het effect van nieuwe bodemanalysemethoden en uitmijning is nog te weinig bekend. Door de jaarlijkse toepassing van drijfmest en de hoge bodemvruchtbaarheid in de Nederlandse bodems lijkt het effect van het toepassen van humuszuren op de fosfaatbeschikbaarheid klein.
Door de lokale verzuring als gevolg van rijenbemesting met verzurende N-meststoffen kan lokaal in de wortelzone de fosfaatbeschikbaarheid voor het gewas sterk toenemen.
Cruciferen en vlinderbloemigen kunnen efficiënt fosfaat opnemen bij een lage fosfaatoestand in de bodem. Cruciferen doen dit door een uitgebreid wortelstelsel en vlinderbloemigen door een hoge stofwisselingsactiviteit rond de wortel.
Van mycorrhiza’s is bekend dat zij de voorraad opneembaar fosfaat voor het gewas in de bodem vergroten. Het effect van mycorrhiza’s is groter bij een lage fosfaatbeschikbaarheid, een laag gebruik van biociden en minimale grondbewerking. Door integratie van gewassen en rassen met een hoge affiniteit voor mycorrhiza’s zou de voorraad fosfaat in de bodem beter kunnen worden benut.    

Aanvullende informatie is te vinden in het bijgevoegde rapport. Naar aanleiding van dit rapport is een artikel verschenen in Boerderij (april 2012). Hieronder is het artikel te downloaden.