Publicatie datum: 20-03-2013
Adviesbasis voor de bemesting van akkerbouwgewassen - Organische stof
Algemeen
Organische stof (humus) heeft vele, belangrijke functies in de bodem en heeft belangrijke invloed op de bodemvruchtbaarheid. Het verbetert de structuur, bevordert de bewerkbaarheid en verhoogt het vochtvasthoudend vermogen van de grond. Het verhoogt de kationenomwisselcapaciteit van de bodem (CEC) waardoor de bodem meer kationen als kalium, calcium en magnesium kan vasthouden. De organische stof zelf bevat relevante mineralen als stikstof, fosfor en zwavel, die na afbraak van de organische stof beschikbaar komen (mineraliseren). De toevoer van vers organische materiaal stimuleert het bodemleven en kan de bodemweerbaarheid verhogen.
Om het organische-stofgehalte in de bodem te handhaven, moet er evenveel effectieve organische stof (EOS) worden aangevoerd als er wordt afgebroken van de organische stof (humus) in de bodem. Effectieve organische stof is de hoeveelheid organische stof die één jaar na toediening nog over is in de bodem en dan deel uitmaakt van de bodem-organische stof. Aanvoerbronnen zijn: gewasresten die achterblijven, groenbemesters die worden ingewerkt en organische mest. De afbraaksnelheid van bodem-organische stof hangt af van diverse factoren: de aard van de organische stof, de grondsoort, het lutumgehalte, de hoogte van het organische-stofgehalte, de C/N-verhoduing, de ouderdom van de organische stof, de ontwateringstoestand van het perceel en de pH van de grond.
In dit hoofdstuk worden kengetallen gegeven om de EOS-aanvoer te berekenen en een organische stofbalans op te stellen.
Aanvoerbronnen effectieve organische stof
In de tabellen 1 t/m 3 zijn kengetallen weergegeven voor de aanvoer van EOS. Deze getallen worden gebruikt voor het opstellen van de organische-stofbalans.
[INVALID URL] is aanvullende informatie te vinden over de verschillende organische-stofbronnen. Het betreft de hoeveelheden die na 5 en 10 jaar nog over zijn van de aangevoerde organische stof en een gemiddelde C/N-verhouding van de organische stof. Tussen verschillende organische-stofbronnen bestaan aanmerkelijke verschillen in afbreekbaarheid. Naarmate organisch materiaal langzamer wordt afgebroken in de bodem (stabieler is) draagt het meer bij aan de humusopbouw in de bodem.
Naast de afbraaksnelheid bepaalt de C/N-verhouding hoe snel de stikstof in de organische stof mineraliseert. Bij een lagere C/N-verhouding mineraliseert de stikstof sneller dan bij een hogere C/N-verhouding. Bij een C/N-verhouding >30 vindt (tijdelijk) immobilisatie plaats van stikstof: vastlegging van minerale stikstof door het bodemleven.
Gewasrest | OS (kg/ha) | H.C.* (fractie) | EOS (kg/ha) |
Blauwmaanzaad | 3.475 | 0,33 | 1.150 |
Bruine boon (incl. loof) | 2.870 | 0,23 | 650 |
Consumptieaardappel | 4.000 | 0,22 | 875 |
Cichorei | 3.500 | 0,22 | 775 |
Conserve-erwt | 4.570 | 0,22 | 1.000 |
Grasland, eenjarig | 4.000 | 0,29 | 1.175 |
Grasland, tweejarig | 8.000 | 0,32 | 2.575 |
Grasland, driejarig | 12.000 | 0,33 | 3.975 |
Graszaad, 1e jaars Engels raaigras | 6.000 | 0,29 | 1.750 |
Graszaad, 2e jaars Engels raaigras | 7.150 | 0,30 | 2.150 |
Haver, stro afgevoerd | 5.000 | 0,31 | 1.570 |
Haver, stro achtergelaten | 8.000 | 0,31 | 2.470 |
Karwij | 4.000 | 0,32 | 1.275 |
Knolselderij (incl. loof) | 4.150 | 0,24 | 1.000 |
Koolzaad | 3.000 | 0,33 | 975 |
Korrelmaïs | 7.000 | 0,31 | 2.175 |
Lelie | 1.850 | 0,30 | 560 |
Luzerne, eenjarig | 3.000 | 0,45 | 1.350 |
Luzerne, tweejarig | 5.000 | 0,41 | 2.050 |
Pootaardappel | 4.400 | 0,22 | 955 |
Schorseneer | 2.400 | 0,25 | 600 |
Snijmaïs | 2.000 | 0,34 | 675 |
Spinazie | 1.285 | 0,23 | 300 |
Stamslaboon (incl. loof) | 2.870 | 0,23 | 650 |
Suikerbiet (incl. kop en blad) | 6.000 | 0,21 | 1.275 |
Spruitkool (incl. stam) | 6.700 | 0,30 | 2.000 |
Triticale | 5.000 | 0,31 | 1.570 |
Tulp (excl. strodek) | 1.700 | 0,30 | 505 |
Vezelvlas | 300 | 0,33 | 100 |
Winterpeen | 2.400 | 0,29 | 700 |
Wintergerst, stro afgevoerd | 5.000 | 0,31 | 1.570 |
Wintergerst stro achtergelaten | 7.600 | 0,31 | 2.350 |
Winterrogge, stro afgevoerd | 4.800 | 0,31 | 1.500 |
Winterrogge stro achtergelaten | 8.200 | 0,31 | 2.520 |
Wintertarwe, stro afgevoerd | 5.200 | 0,32 | 1.640 |
Wintertarwe stro achtergelaten | 8.500 | 0,31 | 2.630 |
Witlofwortel | 2.625 | 0,23 | 600 |
Zaaiui | 1.275 | 0,24 | 300 |
Zetmeelaardappel | 3.700 | 0,22 | 815 |
Zomergerst, stro afgevoerd | 4.200 | 0,31 | 1.310 |
Zomergerst stro achtergelaten | 6.300 | 0,31 | 1.940 |
Zomertarwe, stro afgevoerd | 5.200 | 0,31 | 1.630 |
Zomertarwe stro achtergelaten | 8.400 | 0,31 | 2.590 |
*: H.C. = humificatiecoëfficiënt - de fractie die één jaar na toediening van het vers organisch materiaal nog over is in de bodem.
Groenbemester* | OS (kg/ha) | H.C.** (fractie) | EOS (kg/ha) |
Bladrammenas | 3.800 | 0,23 | 875 |
Gele mosterd | 3.800 | 0,23 | 875 |
Bladkool | 3.600 | 0,24 | 850 |
Engels raaigras | 4.250 | 0,27 | 1.155 |
Italiaans raaigras | 4.200 | 0,26 | 1.100 |
Westerwolds raaigras | 4.000 | 0,26 | 1.050 |
Winterrogge | 3.200 | 0,26 | 840 |
Rode klaver | 4.100 | 0,27 | 1.100 |
Witte klaver | 3.100 | 0,27 | 850 |
Perzische klaver | 3.400 | 0,24 | 800 |
Wikken | 2.800 | 0,23 | 650 |
Facelia | 2.750 | 0,24 | 650 |
Afrikaantjes | 3.850 | 0,22 | 850 |
Spurrie | 2900 | 0,22 | 625 |
*: Gezaaid vóór 1 september.
**: H.C. = humificatiecoëfficiënt - de fractie die één jaar na toediening van het vers organisch materiaal nog over is in de bodem.
Mest | OS (kg/ton) | H.C.* (fractie) | EOS (kg/ton) | EOS/P2O5** (kg/kg) |
Drijfmest | ||||
Rundvee | 64 | 0,70 | 45 | 30 |
Vleesvarkens | 43 | 0,33 | 14 | 3 |
Zeugen | 25 | 0,34 | 9 | 2 |
Rosékalveren | 71 | 0,70 | 50 | 19 |
Witvleeskalveren | 17 | 0,70 | 12 | 11 |
Vaste mest | ||||
Rundvee grupstal | 152 | 0,70 | 106 | 38 |
Varkens (stro) | 153 | 0,33 | 50 | 6 |
Leghennen | 416 | 0,33 | 137 | 7 |
Leghennen + nadroog | 427 | 0,33 | 141 | 5 |
Kippenstrooiselmest | 359 | 0,34 | 122 | 5 |
Vleeskuikens + parelhoen | 419 | 0,36 | 151 | 9 |
Vleeskalkoenen | 427 | 0,36 | 154 | 8 |
Schapen | 195 | 0,70 | 137 | 30 |
Geiten | 174 | 0,70 | 122 | 23 |
Compost | ||||
Champost | 211 | 0,50 | 106 | 24 |
GFT-compost | 242 | 0,75 | 181 | 29 |
Groencompost | 179 | 0,75 | 134 | 61 |
*: H.C. = humificatiecoëfficiënt - de fractie die één jaar na toediening van het vers organisch materiaal nog over is in de bodem.
**: EOS-aanvoer (kg) per kg fosfaat in de mest.
Afbraak van bodem-organische stof
De afbraaksnelheid van bodem-organische stof varieert van ca. 1 tot 5% per jaar en hangt af van de aard van de organische stof, de grondsoort, het lutumgehalte, de hoogte van het organische-stofgehalte, de C/N-verhoduing, de ouderdom van de organische stof, de ontwateringstoestand van het perceel en de pH van de grond. Vooralsnog is het niet mogelijk om betrouwbare waarden te geven voor het afbraakpercentage van de bodem-organische stof op basis van deze bodemkenmerken. Lopend onderzoek moet daarover eerst meer duidelijkheid geven. Voor het opstellen van een organische-stofbalans wordt daarom vooralsnog uitgegaan van een gemiddelde afbraak op bouwland van 2.000 kg organische stof per ha per jaar.
Organische-stofbalans opstellen
Om het organische-stofgehalte van een perceel te handhaven, kan als vuistregel worden gehanteerd dat de gemiddelde EOS-aanvoer per ha per jaar van een rotatie gelijk moet zijn aan de hoeveelheid bodem-organische stof die jaarlijks wordt afgebroken.
Hieronder wordt een rekenvoorbeeld gegeven voor de EOS-aanvoer bij een 4-jarige rotatie met inzet van vleesvarkensdrijfmest bij consumptieaardappel en op de graanstoppel vóór de groenbemester. Het tarwestro wordt afgevoerd.
Rotatie en EOS-aanvoer:
Jaar | Gewas | EOS (kg/ha) |
1 | consumptieaardappel | 875 |
20 ton/ha varkensdrijfmest | 280 | |
totaal | 1.155 | |
2 | suikerbiet, 80% | 1.020 (80% x 1.275) |
witlofwortel, 20% | 120 (20% x 600) | |
totaal | 1.140 | |
3 | wintertarwe | 1.640 |
20 ton/ha varkensdrijfmest | 280 | |
bladrammenas | 875 | |
totaal | 2.795 | |
4 | zaaiui, 50% | 150 (50% x 300) |
winterpeen, 50% | 350 (50% x 700) | |
totaal | 500 | |
Totale aanvoer van vier jaar | 5.590 | |
Gemiddelde aanvoer per ha per jaar | 1.400 |
Als het stro van de tarwe wordt achtergelaten, levert dat een EOS-aanvoer op van 2.630 kg per ha in plaats van 1.640, ofwel 990 kg per ha extra. Gemiddeld over de vier jaar is dat bijna 250 kg per ha extra. De EOS-aanvoer stijgt dan van 1.400 naar 1.650 kg per ha per jaar.
Als daarnaast een varkensdrijfmestgift wordt vervangen door 40 ton rundveedrijfmest per ha, levert dat een EOS-aanvoer op van 1.800 kg per ha in plaats van 280. De EOS-aanvoer stijgt daardoor met 1.520 kg per ha. Gemiddeld over de vier jaar is dat 380 kg per ha, ofwel een stijging van 1650 naar 2.030 kg EOS per ha per jaar.