Publicatie datum: 01-07-2001
Aangepast doseringssysteem herbiciden in wintertarwe
De kosten en milieubelasting van onkruidbestrijding in wintertarwe kunnen soms worden teruggebracht door met aanzienlijk lagere doseringen te spuiten. De effectiviteit van een lagere dosering wordt in belangrijke mate bepaald door grootte en soort van de onkruiden en de mate van afharding op het moment van spuiten. Daarnaast is ook de standdichtheid van het gewas belangrijk.
Verlagen van de standaarddosering tot een kwart van de dosering Ally/Starane is zeker mogelijk onder gunstige spuitomstandigheden (niet afgehard en enigszins klein onkruid) en voor gevoelige onkruidsoorten. Onder ongunstige omstandigheden is een kwart van de dosering Ally/Starane echter onvoldoende. Afhankelijk van de voorkomende onkruiden is toevoeging van Verigal D gewenst. Een verlaging van de kosten op herbiciden in wintertarwe tot 50 % is hierdoor mogelijk.
Inleiding
Het kritisch doseren van herbiciden kan bijdragen aan een kostenverlaging en een verminderde milieubelasting zonder dat daar het bestrijdingsresultaat onder lijdt. Ook in een gewas als wintertarwe, waarin relatief weinig middelen worden gebruikt, is het de moeite waard om effectiviteit en kosten van de bespuiting naast elkaar te zetten. Kennis van de stand van het gewas en de onkruidpopulatie is daarbij een vereiste.
In een aangepast doseringssysteem zijn verschillende gangbare en experimentele herbiciden in wintertarwe toegepast. De middelen werden getest op afgehard en op niet afgehard onkruid. In eerste instantie is gekeken naar de effecten van de verlaging van de dosering op het gehele aanwezige onkruidbestand. Daarnaast is specifiek gekeken naar de bestrijding van veelknopige onkruiden, zoals perzikkruid, zwaluwtong en varkensgras.
Proefopzet en uitvoering
Op drie proeflocaties van PPO-AGV, Valthermond (humus zand, +/- 10 % o.s.), Kollumerwaard en Nagele (klei, +/- 2 % o.s.), zijn in drie opeenvolgende jaren (1999-2001) drie doseringen Ally/Starane met en zonder Verigal D getest (zie tabel 1).
1999 | 2000 | 2001 | ||||||||||
Nagele | Kollumerwaard | Kollumerwaard | Valthermond | Kollumerwaard | ||||||||
veel voorkomende onkruidsoort | herderstasje, muur, straatgras | kamille, duivekervel, paarse dovenetel | kleefkruid, muur | hennepnetel, melganzevoet | muur, paarse dovenetel | |||||||
incidenteel voorkomende onkruidsoort | varkensgras, zwaluwtong | ereprijs, varkensgras | kamille, ereprijs, perzikkruid, varkensgras | kleefkruid, muur, perzikkruid, zwaluwtong, varkensgras, straatgras | herderstasje, kamille, perzikkruid, zwaluwtong, varkensgras | |||||||
onkruidbezetting onbehandeld (aantal/m2) * | 7,1 | 8,4 | 14,9 | 4,7 | 7,0 | |||||||
dosering per ha | adviesprijs in fl. per ha | 28 april | 10 mei | 3 mei | 11 mei | 27 april | 4 mei | 12 mei | 9 mei | 10 mei | 12 mei | 21 mei |
mate van afharding ** | + | - | + | - | + | - | - | + | - | +/- | - | |
30 g Ally + 0,8 l Starane | 113 | 100 | 100 | 97 | 98 | 95 | 96 | 92 | 99 | 97 | 100 | 100 |
15 g Ally + 0,4 l Starane | 57 | 100 | 99 | 92 | 90 | 93 | 96 | 95 | 99 | 85 | 96 | 99 |
7,5 g Ally + 0,2 l Starane | 28 | 95 | 94 | 71 | 58 | 77 | 92 | 84 | 88 | 91 | 94 | 96 |
15 g Ally + 0,4 l Starane + 1,0 Verigal D | 99 | 100 | 100 | 97 | 97 | 95 | 98 | 92 | 98 | 99 | 99 | 98 |
7,5 g Ally + 0,2 l Starane + 0,5 Verigal D | 49 | 99 | 97 | 95 | 92 | 91 | 91 | 83 | 98 | 92 | 97 | 97 |
0,075 l Primus +1,0 Verigal D | 83 | 90 | 96 | 92 | 87 | |||||||
0,0375 l Primus + 0,5 Verigal D | 42 | 61 | 87 | 66 | 94 |
* : beoordeling kort voor de oogst, na de bespuitingen
** : + = afgehard, +/- = enigszins en - = niet afgehard onkruid
In het laatste jaar zijn Primus en een experimenteel middel in het onderzoek meegenomen.
Per spuittijdstip werd voor de bespuiting de onkruidbezetting en de grootte van de onkruiden waargenomen. Aan de hand van de weersomstandigheden werd daarbij de mate van afharding bepaald. "Niet afgehard onkruid" wordt getypeerd doordat het in de periode kort voor de bespuiting over voldoende vocht heeft kunnen beschikken en het groeizaam, niet te warm weer is geweest. Het onkruid wordt als "afgehard" beschouwd wanneer het een aantal dagen warm en/of schraal weer is geweest of wanneer gedurende meerdere dagen sprake is van vochtgebrek.
Kort voor de oogst werd het effect van de bespuiting waargenomen door per veld het aantal planten per onkruidsoort per m2 te bepalen.
De proeven zijn in volledig geward blokkenproef in drie herhalingen aangelegd.
Resultaten en discussie
Onkruidbezetting
Tabel 1 geeft per jaar en locatie de voorkomende onkruidsoorten en de mate van afharding op het tijdstip van spuiten weer. In 1999 en 2001 waren de aantallen onkruiden in met name Nagele, Kollumerwaard en Valthermond voor de bespuitingen aanvankelijk hoog. Kort voor de oogst was op de onbehandelde velden het aantal onkruiden echter fors afgenomen (zie tabel 2).
1999 | 2000 | 2001 | |||||||||||||||||
Nagele | Kollumer-waard | Valther-mond | Kollumer-waard | Valther-mond | Kollumer-waard | ||||||||||||||
onkruid | grootte* | 28/4** | 21/7** | % af. | 23/4 | 21/7 | % af. | 27/4 | 2/8 | % af. | 25/4 | 7/8 | % af. | 7/5 | 7/8 | % af. | 9/5 | 8/8 | % af. |
muur | kiem - <10cm | 153 | 43 | 72 | 29 | 15 | 48 | 14 | 4 | 71 | 86 | 53 | 38 | 471 | 1 | 100 | 48 | 51 | 0 |
kleefkruid | kiem - 10cm | 0 | 0 | - | 0 | 0 | - | 0 | 0 | - | 47 | 26 | 45 | 21 | 1 | 95 | 4 | 0 | 0 |
perzikkruid | kiem - 4bl | 0 | 0 | - | 0 | 0 | - | 18 | 1 | 94 | 2 | 0 | 0 | 27 | 3 | 88 | 13 | 3 | 77 |
zwaluwtong | kiem - 1bl | 34 | 9 | 74 | 0 | 0,7 | 0 | 0 | 0 | - | 0 | 0 | - | 4 | 5 | 0 | 0 | 0 | - |
varkensgras | kiem - 2cm | 17 | 2 | 88 | 1 | 5 | 0 | 0 | 0 | - | 1 | 0 | 0 | 3 | 1 | 0 | 2 | 1 | 0 |
totaal | |||||||||||||||||||
veelknopigen | 51 | 11 | 78 | 1 | 6 | 0 | 18 | 1 | 94 | 3 | 0 | 0 | 34 | 9 | 73 | 15 | 4 | 73 | |
totaal onkruiden | 393 | 71 | 82 | 467 | 84 | 82 | 93 | 22 | 76 | 149 | 82 | 45 | 693 | 47 | 93 | 102 | 70 | 32 |
* : er waren kleine verschillen in onkruidgrootte tussen noordelijke en zuidelijke locaties, muur werd in 2001 in Valthermond tot 2 cm waargenomen, perzikkruid kwam in 2000 voor beide locaties alleen in kiemplantstadium voor
** : 1e datum = voor de bespuiting, 2e datum = kort voor de oogst, indien er een lichte toe- of afname van het aantal onkruiden werd gevonden wordt het % afname op 0 gesteld
In 2001 is in Valthermond het meeste onkruid verstikt. In alle jaren was er bij muur en kleefkruid een grote variatie van de grootte van de onkruiden van kiemplant tot 10 cm.Toch zijn ook de grote onkruiden voor een deel verstikt. In 2000 waren de aantallen veelknopige onkruiden te laag om bestrijdingspercentages te berekenen. De proefpercelen waren zo gekozen dat er weinig grassen voorkwamen en er dus geen specifieke grassenbestrijding nodig was.
Effecten
In 1999 werden met name in Nagele goede bestrijdingseffecten gevonden voor de halve en kwart doseringen. Toevoeging van Verigal D aan deze lage doseringen gaf in Kollumerwaard een sterke verbetering van het bestrijdingseffect.
In 2000 waren in Kollumerwaard muur en kleefkruid de meest voorkomende soorten. De bestrijding van muur liet bij de laagste dosering Ally/Starane (met en zonder Verigal D) op afgehard onkruid te wensen over.Voor kleefkruid gaven de hele en halve dosering een goede bestrijding.
In 2001 bleek in Kollumerwaard op niet afgehard onkruid de combinatie Ally/Starane zeker tot een kwart van de dosering te kunnen worden verlaagd. Dit was voor deze locatie en jaar ook op afgehard onkruid mogelijk. Het relatief lage bestrijdingspercentage van 85 % voor de halve dosering Ally/Starane in Valthermond was te wijten aan het voorkomen van een plek met extra grote dichtheden op één van de veldjes (heterogeniteit in het proefveld).
Voor de bestrijding van veelknopigen (zie tabel 3) was in 1999 de bestrijding in Nagele beter dan in Kollumerwaard.
1999 | 2001 | |||||||
Nagele | Kollumerwaard | Valthermond | Kollumerwaard | |||||
onkruidbezetting onbehandeld (aantal/m2) ** | 1,1 | 0,6 | 0,9 | 0,4 | ||||
mate van afharding * | + | - | + | - | - | +/- | + | - |
dosering per ha | 28 april | 10 mei | 3 mei | 11 mei | 9 mei | 10 mei | 12 mei | 21 mei |
30 g Ally + 0,8 l Starane | 100 | 100 | 91 | 97 | 100 | 100 | 100 | 100 |
15 g Ally + 0,4 l Starane | 100 | 100 | 66 | 72 | 100 | 53 | 85 | 95 |
7,5 g Ally + 0,2 l Starane | 94 | 88 | 66 | 60 | 77 | 92 | 75 | 90 |
15 g Ally + 0,4 l Starane + 1,0 Verigal D | 100 | 100 | 69 | 91 | 96 | 100 | 90 | 100 |
7,5 g Ally + 0,2 l Starane + 0,5 Verigal D | 94 | 94 | 75 | 82 | 92 | 80 | 75 | 80 |
* : beoordeling kort voor de oogst, na de bespuitingen
** : + = afgehard, +/- = enigszins en - = niet afgehard onkruid
Een kwart dosering Ally/Starane (met en zonder Verigal D) gaf nog een bestrijdingseffect van 90% (op zwaluwtong). In Kollumerwaard werd met name varkensgras met de lage dosering onvoldoende bestreden.Voor een goede bestrijding van enigszins afgehard veelknopig onkruid in 2001 was in Valthermond toevoeging van Verigal D aan de kwart dosering Ally/Starane nodig.
Over de jaren heen blijkt dat ook met lagere doseringen Ally/Starane een goede bestrijding kan worden uitgevoerd. Toevoeging van Verigal D is echter noodzakelijk indien ereprijs, duivekervel, perzikkruid, zwaluwtong of varkensgras voorkomen. Bij hogere doseringen worden perzikkruid en varkensgras goed door Ally/Starane bestreden.
De dosering van de nieuwe combinatie Primus/Verigal D kon niet worden verlaagd. Primus is qua werkingspectrum iets smaller en de milieubelastingspunten voor water en bodem zijn vergelijkbaar met Ally/Starane. Primus geeft minder uitspoeling naar het grondwater. Met alleen Primus wordt ook melganzevoet, akkerviooltje en hoenderbeet niet voldoende bestreden. Toevoeging van Verigal D aan Primus kan voor de bestrijding van deze en eerder genoemde soorten nodig zijn. Wat de prijs betreft is Primus/Verigal D concurrerend met de lagere doseringen Ally/Starane/Verigal D.
Conclusies
Een goed ontwikkeld gewas wintertarwe kan de onkruiden die in het voorjaar kiemen bijna volledig verstikken.
Onkruiden die voor en tijdens de winter kiemen, zoals duist, kleefkruid, ereprijs, muur en kamille, zullen in een open gewas in het vroege voorjaar meer kansen krijgen. Bij een laat gezaaid gewas kunnen de onkruiden zich langer ontwikkelen. Wanneer een dicht gewas verwacht wordt zal bestrijding van soorten die nog in het voorjaar kiemen (melganzevoet, perzikkruid, zwaluwtong en varkensgras) minder noodzakelijk zijn.
Verlagen van de standaarddosering tot een kwart van de dosering Ally/Starane is zeker mogelijk onder gunstige spuitomstandigheden (niet afgehard en enigszins klein onkruid) en voor gevoelige onkruidsoorten. Onder ongunstige omstandigheden is een kwart van de dosering Ally/Starane echter onvoldoende. Afhankelijk van de voorkomende onkruiden is toevoeging van Verigal D gewenst. Een verlaging van de kosten op herbiciden in wintertarwe tot 50 % is hierdoor mogelijk.