Publicatie datum: 29-09-2010
Aandachtspunten bewaring uien
Als de weersverwachting uitkomt, zullen er deze week heel wat percelen gerooid gaan worden. Gezien het latere tijdstip in het jaar, 10-14 dagen later dan gewoonlijk, hebben we te maken met andere temperaturen. Dit vereist een andere aanpak bij het bewaren van uien dan, “zomaar” 6 weken de ventilator aan. Dit jaar hebben we te maken met volledig afgestorven percelen en percelen waarbij zo’n 10-15% van de uien nog rechtop staan. Gezien het tijdstip in het jaar lijkt het ons verstandig dat ook die percelen waar het loof nog niet volledig is gestreken de komende 10 dagen in september gerooid en geladen gaan worden. Deze 10-15% van de uien strijken niet meer. Wachten gaat ten koste van de kwaliteit van de wel gestreken uien op het perceel. Klap dergelijke percelen niet te kort; een 3 á 4 vingers boven de inkeping van de bladschede is daarbij een goed uitgangspunt i.p.v. de 2 vingers bij een goed gestreken perceel. Op het plaatje hiernaast geven de eerste 3 uien de ideale klaphoogte aan bij een gestreken perceel, de 4e ui bij nog gedeeltelijk rechtstaande uien en de 5e ui heeft een te korte klaplengte. Een hogere klaplengte geeft onder vochtige omstandigheden bij de oogst minder problemen met bacterieaantasting zoals pseudomonas (azijnbacterie) door opspattende gronddeeltjes. Het nadeel van groener loof binnenrijden en dus meer energie stoppen in het drogen staat niet in verhouding met de ellende die een bacterie in de bewaring kan veroorzaken. Overigens zien we dit jaar hier en daar verschijnselen van o.a. erwinia in uien wat zich uit in rotte uien in het perceel.
Drogen in het zwad op het land is op zich een goedkope manier om uien te drogen. Echter de koudere nachten, met condensatie in de ochtend en mist verslechteren de kwaliteit van de uien. Het is verstandiger bewaaruien snel binnen te rijden en te drogen. Zeker bij koudere nachten en vochtige ochtenden is voor goed drogen een kachel nodig. Bij continu ventilatie zonder kachel zal de partij in de schuur het temperatuursverloop van buiten volgen. Hierdoor zal in de ochtend condensatie op de partij ontstaan (vochtige uien) en het aantal drooguren beperkt zijn. ’s Nachts intern ventileren is ook geen optie aangezien er dan alleen vocht verplaatst wordt en nauwelijks afgevoerd. Indien niet gekozen wordt voor drogen met kachels zal tevens de partij eerder zakken in temperatuur, waarbij het in het begin lijkt dat er gedroogd wordt door de lagere buitentemperatuur. Echter het wordt steeds lastiger om te kunnen drogen, want warmere buitenlucht moet dan een behoorlijke lage relatieve vochtigheid hebben om drogend te werken op een koudere partij uien. Uit door UIKC uitgevoerd bewaaronderzoek, is bij beoordeling door 10 verwerkers/commisionairs afgelopen jaar gebleken, dat de kwaliteit van uien beter gewaardeerd wordt indien in de eerste twee weken de ui goed gedroogd wordt met daarna een goede nadroging bij een RV < 70%. Bij het goed drogen dient wel rekening te worden gehouden met het type ui. Dunhalzige en al flink verweerde uien kunnen beter niet gedroogd worden met temperaturen tussen 25 en 30 graden. Enerzijds snoert de hals te snel in waardoor er een vochtophoping kan blijven zitten bovenin de bol van de ui, anderzijds kan de huidvastheid afnemen als een verweerde ui op deze hoge temperatuur gedroogd wordt. Dergelijke partijen kunnen het best gedroogd worden bij een CONSTANTE temperatuur van 18 tot 21 graden. Beoordeel uw partij goed zodat de juiste strategie bepaald kan worden. Heeft u hierover vragen, dan kunt u de DLV-adviseur in uw regio raadplegen.